In Sittard-Geleen zijn allochtonen vaak actief betrokken bij wat er gaande is in de wijken waar ze wonen. Ze zijn elders geboren, maar hun hart ligt inmiddels ook in onze stad. Of zoals Hajer Harzi het zegt: “We moeten weer interesse krijgen in de mensen die samen met ons de wijken maken. De mensen die we niet kennen, leren kennen. Alleen dan kunnen ze dingen als bijvoorbeeld de taal makkelijk oppakken.”

Integratie makkelijker maken door barrières samen te slechten. Je kunt pas wortelen in de gemeenschap als mensen over en weer iets voor elkaar willen betekenen. “Klopt. Het sociale gezicht van de wijk wordt vaak gemist door de bewoners die er toch middenin leven. Dit begint al bij de vraag of mensen wel passen in de wijk waar ze geplaatst worden en of ze de woning krijgen die aansluit bij de gezinssituatie. Denk aan een alleenstaande vrouw in een huurwoning met vier slaapkamers, terwijl op een andere plek een heel gezin wordt geplaatst in een tweekamerappartement. Een typisch geval van scheefwonen. Daar wordt niemand gelukkig van. Daarnaast zijn mensen vaak helemaal niet bekend met de gebruiken van andere culturen. De oplossing? Je moet ze elkaars cultuur leren kennen”, vertelt Hajer.

Het Platform Allochtonen Geleen-Breed trekt deze kar al jaren. Men probeert om het wonen in de diverse wijken een stukje aangenamer te maken. “Met de activiteiten die wij organiseren proberen wij de eenzaamheid, die door Corona alleen maar groter is geworden, te verzachten.” Dat gaat van conversatielessen voor nieuwkomers tot handwerklessen en van ‘gewoon’ met elkaar een kop koffie drinken tot sjoelen voor de heren. “Bijvoorbeeld. We hebben een schildergroep voor dames en op woensdagmiddag de Kidsclub en de jeugd- en jongerenclub. Eerder konden ze ook deelnemen aan huiswerkbegeleiding, maar dat is in verband met Corona nu even niet mogelijk. Daarnaast is er een naaiclub waar zelf mondkapjes gemaakt worden.” Het motto is in ieder geval: actief bezig zijn en niet thuis zitten. “Helemaal niks doen leidt tot vereenzaming en dat is het laatste wat we willen. Wellicht zijn de handvatten die wij aanbieden de opmaat naar betaald werk. In dat geval is het helemaal geslaagd.” 

Daarnaast hebben jullie een sociaal plein. Een plek waar mensen terecht kunnen met allerhande vragen die spelen. “We verzorgen een intake en kijken wat nodig is om tot een oplossing te komen. Daarna verwijzen we door naar instanties als bijvoorbeeld PIW, de gemeente, scholen en zorg. Boven alles staat echter dat we vinden dat mensen hun eigen taal moeten respecteren en blijven gebruiken, maar om echt te kunnen integreren zeker ook het Nederlands moeten leren.” Het Wiekhoes draait op vrijwilligers en het principe dat de ene iets doet voor de andere. “We helpen de statushouders en zij helpen weer andere nieuwkomers. Niets is moeten bij ons. Mensen die wij op weg helpen bieden vaak zelf aan om iets te doen voor een ander. Ze willen actief blijven en niet in een sleur vervallen. Als je iemand verantwoordelijkheid geeft, voel je je nuttig en gewaardeerd.” 

Daaruit blijkt dat mensen ondersteunen niet iets is wat je alleen maar moet doen met geld, maar wat valt of staat met de inzet van goede vrijwilligers. “Kijk wat een mooie ruimte we hebben en bijvoorbeeld het grote aantal vrijwilligers dat taallessen geeft. Ze vragen niet eens een reiskostenvergoeding. Ook de gemeente zijn we dankbaar voor hun ondersteuning. Ze doen heel veel om onze projecten mogelijk te maken. We proberen overal bij betrokken te zijn en hulp te bieden waar we kunnen. Als inwoner van Sittard-Geleen is het belangrijk om te weten wat er in een gemeente leeft, maar vooral ook om te weten wie er leeft.” 

Statushouders koppelen aan mensen die de weg weten te vinden is hierbij het streven. “Toen ik naar Nederland kwam was er geen inburgering zoals nu. Het ging vanzelf met de hulp van de mensen waar je mee omging, bijvoorbeeld op het werk. Werkgevers zouden nu, net als vroeger, een baan moeten geven aan mensen die de taal nog niet voor honderd procent spreken. Ze stimuleren. En dan niet voor niks, maar voor het loon dat past bij het werk dat ze doen. Daar leren ze van. Het Nederlands leer je het snelst door met anderen om te gaan die dit al spreken. Breng deze mensen bij elkaar en je zult zien hoe snel ze leren. Iets waar uiteindelijk toch alles mee begint.”

Hajer Harzi. Foto Double Eye | Ivo Goessens