Zoveel mogelijk stadions bezoeken en liefst ook nog even op de middenstip staan van voetbaltempels als De Kuip, Santiago Bernabeu, Anfield of La Bombonera. Zico Bock (30) doet niets liever. In zijn boek ‘Kijk Schat, ze spelen thuis’, vertelt de Schinvelder ‘groundhopper’ over  de 231 stadions die hij bezocht. ,,Het draait allemaal om voorbereiding, geluk en doortastendheid.”

Tien jaar is Zico Bock wanneer hij met zijn stiefvader mee mag naar Milaan, waar Roda op 28 februari 2002  in het San Siro stadion een legendarische overwinning behaalt op het roemruchte AC Milan.  Onuitwisbaar zijn de ervaringen die de jonge Schinvelder die dag opdoet. ,,Die grote, hectische stad en dat imposante stadion in de wijk San Siro maakten een gigantische indruk op me. Dat werd nog versterkt door de rijke historie van deze fameuze club, waar van Basten, Gullit en Rijkaard zulke triomfen hebben gevierd” , zegt de nu dertigjarige leraar geschiedenis. Donkere levendige ogen in een open gezicht beginnen te glinsteren van plezier. ,,Van toen af aan ging ik lijstjes maken van de stadions die ik bezocht”. Dat plan wordt gretig omarmd in het voetbalgekke gezin, waar hij opgroeit. ,,Ik ben genoemd naar de beroemde Braziliaanse voetballer Zico. Mijn moeder was eigenlijk fan van Marco van Basten maar toen ze Zico zag langskomen koos ze die naam voor me. Mijn moeder heeft mijn stiefvader ontmoet tijdens een voetbalwedstrijd.” 

Baandert

Zelf heeft hij niet zoveel met de kleine Braziliaanse voetballer met het verwoestende schot. ,,Ik heb Zico nooit zien spelen, ook niet op tv.” Hij heeft  als vierjarig knulletje meer met het Ajax, dat onder Louis van Gaal in 1995 de Champions League wint. ,,Dat winnende doelpunt van Kluivert, hoe knullig ook, heb ik honderden keren achter ons huis nagedaan. Ja, ook met het andersom aantrekken van het shirt, zoals Kluivert na zijn winnende goal deed”, zegt hij lachend. Al gauw gaat hij naar Kaalheide, waar zijn stiefvader een seizoenkaart heeft van Roda. ,,Op de ‘lange zijde’ zag je al die toppers van dichtbij.” Erna volgen in rap tempo De Baandert, het Philips stadion, De Kuip en de Arena. Hoewel fervent Ajax supporter erkent hij dat ,,de Kuip het mooist stadion van Nederland is. Een stadion is meer dan tribunes en lichtmasten. Hoe het publiek in een stadion reageert op het spel en de spelers. De historie van het stadion en de club. Dat alles bepaalt het gevoel dat je bevangt als je een stadion bezoekt.” 

Hij heeft inmiddels alle stadions uit de ere en eerste divisie bezocht, ook die van niet meer bestaande profclubs als Wageningen, Haarlem en RBC. ,,Alleen Cambuur nog niet, dat is me te ver, maar het knaagt wel dat ik daar nog niet ben geweest.”  Spannende reisjes waren dat. ,,Met mijn tienertoerkaart  reisde ik als puber op één dag naar NAC in Breda, RBC in Roosendaal en Willem II in Tilburg. Daarna met een andere trein naar FC Dordrecht. Met een vriendje rammelde ik aan de poorten, in de hoop dat er eentje open was. We glipten dan naar binnen, gingen snel op de middenstip staan voor een foto en dan snel weer naar buiten voordat we betrapt werden. Een geweldige kick kregen we daarvan.”

Sprakeloos

 RBC in Roosendaal en De Goffert in Nijmegen zijn interessante stadions voor een puber met een tienertoerkaart maar de  echte toppers, die het meest lonken, liggen in Madrid, Londen, Manchester en nog verder weg. Dat ervaart hij na het ,,geweldige sfeervolle” wk van 2006 in Duitsland dat hij samen met zijn ouders bezoekt. ,,Na Nederland-Ivoorkust in Stuttgart zeiden mijn stiefvader en ik dat we elk jaar naar een stadion in het buitenland moesten gaan”. Dus staan ze drie jaar later om tien uur ’s morgens al in de rij  voor het imposante Bernabeu stadion in Madrid om nog een kaartje te bemachtigen voor de wedstijd Real -Real Betis ’s avonds. Sprakeloos is de spits van Schinveld 1 als hij in Bernabeu ziet hoe Van Nistelrooy, Sneijder, Van der Vaart en Drenthe de elf van Real aan een grote overwinning helpen. ,,Al die supporters, die met de borst vooruit en de blik van onoverwinnelijkheid in de ogen, Bernabeu vulden. En dan die gewonnen cups, die je overal in het stadion tegen komt. Stil van ontzag werd ik daarvan.”  Maar Madrid kent meer roemruchte clubs: een luxe voor een ‘groundhopper’ als Zico Bock. .,,Vicente Calderon, het oude stadion van Atletico Madrid wilden we bezoeken maar het zat potdicht, geen poortje open, geen hek op een kier. Toen zagen we opeens een klasje kinderen naar binnengaan voor een rondleiding. We sloten ons stiekem bij hen aan. Toen ze ons ontdekten zeiden we dat we helemaal uit Nederland waren gekomen. Een oude terreinknecht vond dat zo mooi dat hij ons alles liet zien, van de kleedkamers tot en met het veld en de middenstip. Je moet slim zijn, en geluk hebben om je doel te bereiken”. 

Toch zijn het niet die kolossale en luxueuze voetbaltempels van de Europese topclubs, die zijn hart hebben gestolen. ,,In Engeland en Schotland vind je nog die oude, soms wat onderkomen stadions, waar de sfeer nog authentiek is en je de romantiek voelt uit de tijd dat er nog geen skyboxes waren en het grote geld niet oppermachtig was,  maar waar het verkleumde publiek zijn ‘local heroes’ toejuicht in barre weersomstandigheden en op tribunes, waar regen en wind vaak vrij spel hebben. Die oude stadions als Villa Park van Aston Villa en  Goodison Park van Everton, daar smul ik van. Niet van die hypermoderne, groteske maar karakterloze kolossen als het Emirates stadion van Arsenal.” 

Verhalen

Vertederd vertelt hij van een bezoek aan het stadion van de club Rochdale. ,,Een oud mannetje was zo trots dat we uit Nederland naar zijn cluppie waren gekomen dat hij ons na een uitgebreide rondleiding acht wedstrijdshirts meegaf.”

Corona zorgde voor een onverwachte pauze in zijn stadionbezoeken. Het virus verlamde hem echter niet, integendeel zelfs. ,,Ik besloot om mijn belevenissen van al die stadionbezoeken op te gaan schrijven. Ik had eerder al korte aantekeningen gemaakt en naar informatie gezocht over de clubs, hun historie en stadions wanneer ik erop uittrok.” In twee weken tijd tikt hij 70.000 woorden bij elkaar. ,,Ik ben een geschiedenisleraar, die graag verhalen vertelt, en ik schrijf graag. Voor mijn voetbalclub schrijf ik vaker wedstrijdverslagen. Bovendien dacht ik dat die verhalen best leuk zouden zijn voor mijn kleinkinderen later. Maar nadien zei ik tegen mezelf; ‘Waarom maak je er geen boekje van?” Hij besluit om zijn stadionervaringen in eigen  beheer uit te geven via Boekengilde.nl. Trots laat hij een exemplaar zien. ,,Het is niet alleen een boek over mijn trips naar allerlei stadions, de clubs en over wat ik beleef en hoe je in die stadions komt. Maar het gaat vooral om de kameraadschap en gezelligheid van een stel vrienden, die eropuit trekt om allerlei stadions te  bezoeken. Samen naar een gammel stadionnetje ergens in Schotland of een uithoek van Engeland of Spanje reizen en daar met zijn allen op de tribune genieten van de sfeer op de tribunes, de wedstijd en de trots van de supporters, terreinknechten en portiers voor hun club. Ja, daar doen we het voor en dat zullen we nog lang blijven doen. La Bombonera van Maradonna’s club Boca Juniors in Buenos Aires willen we nog zien binnen te komen en ook het ultieme stadion voor groundhoppers, Cappielow Park van Greenock Morton FC in het Schotse Greanock.” 

Door Ray Simoen

Zico Bock, Kijk Schat, ze spelen thuis, de aantrekkingskracht van vier lichtmasten, 206 pag., 17,50 euro, isbn 9 789464 029987 of via www.boekengilde.nl

Zico in het Wembley-stadion.