In frituur van haar opa leerde ze, staand op een krukje, eitjes pellen en schnitzels paneren. Op haar 27 ste nam Angelique Biermans de zaak van haar ouders aan de Rijksweg in Geleen over en ging als eigenaar-kokkin van ‘Battice’ aan de slag. Drie jaar geleden trok ze naar de Raadhuisstraat, dat sindsdien meer en meer ‘the place to be’ is voor gourmands. ,,Ik ben een jonge, oude rot, die alles doet voor de glimlach van de gast’.”

Door Ray Simoen

Glimlachend ziet ze hoe de stoep voor haar restaurant Batttice aan de Raadhuisstraat ontdaan wordt van de druivenpoep, die de nieuwe eet-boulevard van Geleen al tijden lang besmeurt. ,,Onlangs was wethouder Geilen hier, ik heb hem een stoel gegeven op een van de vele hobbelige stukken op de terrassen in onze straat. Hij heeft hopelijk de boodschap begrepen,” zegt Angelique Biermans met ondeugende blik in de donkere ogen. Ze maakt zich net als haar college-ondernemers zorgen over het tempo, waarin de Raadhuisstraat opgeknapt wordt door de gemeente. ,,Het kan allemaal wat sneller, eigentijdser en strakker ook. De straat opbreken en recht leggen, dat is toch echt de taak van de gemeente”, zegt ze met een zucht. Maar de 52 jarige eigenares en kokkin van restaurant Battice houdt er niet van om met de vuisten op tafel te slaan en harde woorden te gebruiken. Ze is meer van de ‘female touch’, met een kwinkslag of met een charmant, maar doortastend gebaar duidelijk maken wat haar mening is en hoe ze het graag wilt hebben. En dat werkt het best, zo heeft ze al die jaren dat ze in de Geleense horeca actief is. ,,Ze noemen me wel eens de ‘nestor van de Geleense horeca’”, zegt ze besmuikt lachend.

Miepen

 Hoewel ze niet houdt van woorden als ‘nestor’- ,, dan voel je meteen zo oud en bedaagd”- vindt ze het wel eervol dat ze wordt beschouwd als een ervaren en hard werkende gastronome, die haar sporen heeft verdiend in de horeca van Geleen. ,,Geleen heeft niet dat imago van een gezellige, Bourgondische stad zoals Maastricht en Roermond met zijn Roerkade. Of Sittard met zijn historische Markt. Over Geleen wordt vaak negatief ‘gemiept’. Onnodig, kijk maar naar deze straat, die zich aan het ontwikkelen is tot een gezellige gastvrijheids-boulevard.” Ze was de eerste, die drie jaar geleden naar deze in verval geraakte ‘kleding-straat’ trok. ,,Ze hebben me gevraagd om de Raadhuisstraat weer nieuwe elan te geven,” voegt ze eraan toe. Ze kwam over van de Rijksweg, waar ze sinds haar 27ste jaar eigenares-kokkin van Battice was. ,,Ik ben de vierde generatie van mijn familie in de horeca”, klinkt het trots. ,,De ouders van mijn oma hadden een cafeetje aan de Spoorstraat. Maar dat is in de oorlog volledig weg gebombardeerd. Mijn opa begon erna in Lutterade friet te bakken. Waar later d’n Aezel kwam, had hij keet ‘Verheesen’. In 1984 zijn mijn ouders aan de Rijksweg een restaurant begonnen. Dat heb ik op mijn 27ste overgenomen en Battice gedoopt, naar het gelijknamige Waalse plaatsje. Een stel, dat net als wij vaak bij restaurant Mediterraneo in Maastricht kwam en dat we goed leerden kennen, had een pizzeria in Battice. Ik vond dat een mooie naam, vandaar dat ik mijn restaurant zo heb genoemd”, licht ze toe.

Knakworst

Eigenlijk heeft ze nooit eraan getwijfeld of ze wel de horeca in wilde. Vanaf haar vroegste jeugd is ze al in de keuken te vinden: meehelpen en leren proeven wat lekker en goed is. ,,Staand op een krukje pelde ik eitjes en legde die op blaadjes sla. Van Willem, de kok van opa’s frituur, leerde ik als klein kind schnitzels paneren.” Daarnaast gaat ze met haar grootouders en ouders heel vaak ‘op restaurant’. Ik heb als kind meer in sterrenrestaurants gegeten dan later als volwassene”, zegt ze lacherig. Niet om zoals obers zeiden: ,,voor de kleine meid zeker een tomatensoepje en friet met knakworst plus een hoorntje met ijs na?”. Die kinderlijke prietpraat wijst ze resoluut af ,,Nee, een krabcocktail vooraf en een zeetong als hoofdgerecht voor mij”. Haar opa glunderde dan van trots ,,Ik heb dan ook nooit kleren in maatje 36 gehad. Want het bord moest leeg en ik moest mijn smaak leren ontwikkelen, zo werd me verteld thuis.” Ze lacht er hartelijk om. Tijdens haar studie aan de hotelschool in Heerlen gaat ze stage lopen in Zwitserland. ,,Heel hard werken en veel geld verdienen in vijf sterren restaurants. Dat vond ik leuk. Hard werken was ik van thuis gewend.” Na haar studie keert ze terug naar Zwitserland, waar ze in het dure Arosa werk vindt in chique hotels. Terug in Geleen vragen haar ouders om in 1997 hun restaurant aan de Rijksweg over te nemen. Dat doet ze samen met René, sinds haar terugkeer uit Zwitserland haar partner. ,,De eerste drie jaar waren erg pittig. Ik was alles: kok, gastvrouw, serveerster, ‘klusjesman’ en boekhouder. Bovendien waren de gasten mijn gerechten steeds aan het vergelijken met die van mijn vader. Dan zeiden ze tegen me: ‘Maak nog eens dat sausje van Jan. Dat vinden we zo lekker’. Ik deed dat wel maar langzamerhand begon ik mijn eigen kookstijl te introduceren: lichter en moderner. Spannend.” 

Doorzetten

Ze wil een restaurant, waar gasten niet naar toegaan voor ‘snel effe een hapje eten pakken’. ,,Het moet niveau hebben, maar betaalbaar, smaakvol en eigentijds. Nu, na ruim 25 jaar ben ik waar ik wil zijn. Mijn slogan ‘simply good food’ geeft precies aan waar ik voor sta- alles zelf maken, geen pakjes en zakjes, een warme, gastvrije ontvangst en een moderne inrichting van het restaurant-.” Bij haar geen borden vol tierlantijnen en frutsels, die met een pincetje op het bord gelegd zijn: Borden voor het oog van de iPhone en Instagram, niet om van te genieten met de mond. ,,Ik ben niet zo van die ‘kinderboerderij-bordjes’,” zegt ze spottend.

In haar lange carrière heeft ze enkele ,,hele diepe dalen” meegemaakt, geeft ze aan. De laatste toen corona alles platlegde. ,,Ik kreeg geen steun van de overheid omdat ik net buiten de regeling viel.” Maar wie ondernemer is moet zichzelf steeds weer opnieuw uitvinden, geeft ze aan. ,,Nooit opgeven, en stil in een hoekje gaan zitten wachten tot het overgaat. Als je eigen baas bent moet je zelf steeds herontdekken, én je moet een zekere spanning hebben om het leuk te blijven vinden.” Die spanning en dat plezier heeft ze nog steeds. ,,Het is nooit stil in mijn hoofd. Ik ben een jonge, oude rot.”

Michelin

Het heeft wel offers gekost, zegt ze. ,,Als vrouw moet je stevig in je schoenen staan om het in de door mannen beheerste kokswereld staande te houden als kok-eigenares. ‘It takes a boss to be a woman’, dat is zeker waar om te kunnen slagen als ondernemer in de horeca. Maar ik heb me daar nooit druk om gemaakt. Ik houd ervan om hard te werken, en het mijn gasten naar de zin te maken.”

Een ander gevolg van haar keuze voor de horeca is dat ze geen kinderen heeft. ,,Ik heb geen kids van mezelf maar ik heb wel 12 geweldig leuke medewerkers. We vormen een grote familie. Binnenkort gaan we met zijn allen naar Mallorca.” Dat zal ongeveer samenvallen met de bekendmaking van de nieuwe Michelin sterren. ,,Ik heb geen plakplaatje nodig om te weten dat ik lekker en goed kook. Ik heb van huis geleerd om altijd je best te doen. Daarvoor hoef ik niet beloond te worden met een ster of een Bib Gourmand.” Het gaat haar vooral om te kunnen blijven genieten van haar werk, haar restaurant, medewerkers en gasten. ,,Dat wil ik niet loslaten. Ik kan niet zonder de glimlach van mijn gasten.” 

Foto DoubleEye | Ivo Goessens