De broers Danilo en Djanio Coenen uit Sittard hebben in korte tijd dertien medailles gewonnen bij tafelvoetbalkampioenschappen. En de honger naar meer eremetaal is nog lang niet gestild. Volgend jaar willen ze in het Franse Nantes wereldkampioen worden. ,,We zoeken nog een goede sponsor”. 

Door Ray Simoen

Danilo kijkt nerveus naar de klok. Onrustig beweegt hij op zijn stoel. ,,Ik moet straks tegen Amber Stassen spelen in Stein. En Amber is een van de beste tafelvoetballers ter wereld.” De tengere leerling van het DaCapo college is dan wel in september in hetzelfde Stein Nederlands kampioen tafelvoetballen in de categorie tot 16 jaar geworden en ook inmiddels eigenaar van maar liefst zes medailles, waarvan vijf gouden, maar wie wil winnen van meervoudig wereldkampioen Amber Starren (25) moet in een bloedvorm steken. De veertienjarige Danilo weet niet of hij kan ‘pieken’ deze avond, waarop ook nog de favoriete club van vader Dave Coenen, Feijenoord het op moet nemen tegen een Deense club.

Plezier

Zijn vier jaar jongere broer Djanio kijkt geamuseerd toe. Ook hij werd in Stein Nederlands kampioen in de categorie onder 13 jaar, maar is ,, altijd super rustig als het spannend wordt”, zo zegt zijn oudere broer van hem. En bij moeder Romana op schoot zit de kleine Rivano (8) verlekkerd te kijken naar de blinkende medailles van zijn grote broers. ,,Rivano heeft het spelletje in zich. Hij pikt alles gretig op wat zijn broers hem leren. Zijn oudere broers kunnen nu nog van hem winnen. Maar ik weet niet hoe lang ze dat nog kunnen”, zegt vader Dave glimlachend. Moeder Romana voegt eraan toe: ,,We spelen met het hele gezin. We hebben boven een kamer met een mooi tafelvoetbalspel.” Het plezier, waarmee het gezin het spel beleeft, heeft al veel opgeleverd. ,,Ik doe nu pas echt drie jaar serieus aan tafelvoetballen. En de laatste jaren train ik dagelijks een paar uur. Het heeft me al veel gebracht. Medailles maar ook veel leuke contacten met spelers uit andere landen”, zegt Danilo. Jongere broer Djanio luistert aandachtig. Nog even en dan mag hij ook aan internationale wedstrijden meedoen. Hij popelt want ,,ik kan heel goed praten. Ik wil later advocaat worden.” 

De liefde voor tafelvoetballen zit als het ware in de genen bij de familie Coenen. ,,Mijn ouders hadden in Maastricht een café. Daarin stond ook een tafelvoetbalspel, waar veel op gespeeld werd. Mijn vader heeft me het spel leren spelen. Ontzettend fijne sport is het, al 33 jaar beleef ik er erg veel plezier aan”, zegt de 44 jarige Dave. Maar hij heeft er nog steeds problemen mee dat zijn geliefde tafelvoetbalspel wordt weggezet als een ‘cafévermaak’, dus geen echte sport maar een tijdverdrijf voor mensen, die tussen de pilsjes door even wat willen ‘knallen en ballen met poppetjes aan stangen’. ,,Heel onterecht is het om tafelvoetbal een cafésport te noemen. In Duitsland en Amerika is het een tak van sport, die erg hoog aangeschreven staat en die in prachtige accommodaties wordt beoefend.” Er gaan intussen al stemmen op om het tafelvoetbalspel toegang te geven tot de Olympische spelen. Want ‘waarom zijn skateboarden, surfen en rotsklimmen inmiddels wel een olympische sport, en tafelvoetbal niet? Tafelvoetbal hoort daar ook bij’. 

Spektakel

Tafelvoetbal vergt veel van een speler, weet vader Dave. ,,Er komt heel wat bij kijken, zoals timing, snelheid van handelen, inzicht, techniek en mentale veerkracht.” Moeder Romana vult aan: ,,Hoewel er flink wordt gestreden om medailles gaat het er altijd vriendelijk aan toe bij wedstrijden. Oudere spelers geven jongeren tips en adviezen. Op toernooien kom je elkaar vaak tegen en dan is het altijd gezellig, je maakt er snel vrienden met spelers en hun familie uit allerlei landen.” Danilo knikt instemmend. ,,Amber Stassen, tegen wie ik straks moet spelen, geeft me ook vaak tips. Ik leer veel van haar.” 

Vader Dave zegt er veel aan te doen om zijn familiesport te ontdoen van het negatieve imago. ,,We waren goed bezig met scholen en clubhuizen, corona heeft ons helaas flink dwars gezeten. Maar we zijn weer druk bezig om de pluspunten van het tafelvoetballen te propageren.” Een pittige opgave, zo erkent hij. ,,Veel jongeren gamen liever.” Hij hoopt dat jongeren door corona het gamen beu zijn geworden. ,,Je zit steeds in je eentje te gamen. Bij tafelvoetbal heb je meer mogelijkheden om met anderen ‘live’ contact te hebben. Je kunt solo tegen een tegenstander spelen maar ook in een team, met een jongen of een meisje. Bovendien gaat het er altijd spannend aan toe: Wie het eerste vijf goals scoort heeft een set gewonnen. Winnaar is hij of zij, die twee van de drie of drie van de vijf sets wint. Dus je moet meteen stevig aan de bak.”

Paniek

De twee broers lachen. Ze willen wel graag winnen maar houden er ook van show en spektakel. Vader is niet zo blij met ‘die showballetjes’ van zijn zoons. ,,Maar ik vind het heel erg leuk om de bal over een poppetje van de tegenstander heen te spelen en dan te scoren”, zegt Djanio lachend. ,,Ook gaaf is om te scoren met een ‘snake-shot’, een bal, die heel uitgekookt langs de zijkant langs de paal erin gaat”, gniffelt Danilo.

De broers zijn aan elkaar gewaagd en ken elkaars sterke en zwakke punten door en door. ,,Danilo’s trekbal is zijn sterkste punt, en hij heeft ook een erg goed pinch-shot. Zijn zwakke punt? Zijn verdediging. En hij raakt in paniek als het spannend wordt”, merkt Djanio droogjes op. Danilo knikt. ,,Op het wk in Sint Wandel in Duitsland vorig jaar september was ik jarig. Ineens stonden mijn broertje en mijn opa en oma voor me. Ik was beduusd en verloor mijn concentratie.”

Van zenuwen heeft Djanio geen last, meent Danilo. Ook niet als hun vader Dave komt kijken: iets, waarvan Danilo wel vaak last heeft. ,,Maar ik word wel nerveus als mamma commentaar levert terwijl ze zelf tijdens het tafelvoetballen niet doet wat wij volgens haar moeten doen,” erkent Djanio. ,,En hij keept niet al te best,” voegt Danilo eraan toe.

‘Verbeterpuntjes’, waar nog stevig aan gewerkt moet worden. Want geen klein bier is het doel, dat de broers nastreven. ,,We willen wereldkampioen worden.” Wanneer? Liefst volgend jaar al in Nantes in Frankrijk. De tienjarige Djanio wil dat ,,liefst vaker dan mijn “broer”. Die antwoordt kalmpjes: ,,Ik gun mijn broer net zoveel wereldkampioenmedailles als mijzelf.” Graag zouden beiden ook nog een sponsor vinden. ,,Dat zou erg mooi zijn als een sponsor ons zou willen helpen bij de voorbereidingen”. 

En wat na het wk in Nantes en dat van de jaren erna. Djanio wil graag advocaat worden om ,,mensen te verdedigen”. Danilo dubt nog .,,Ik wil profvoetballer worden. Op het veld en aan de tafel. Want het is zo lastig om een keuze te maken.”

Foto Frank Janssen