De jaren zestig waren enerverend, zeker voor de jeugd. Over dit betrekkelijk korte tijdvak van tien jaar zijn wereldwijd ontelbaar veel verhalen geschreven en boeken uitgebracht. Een stormachtige periode. Revolutionair onder het vredelievende motto: ‘All together now, love and peace, no war’. 

Tekst Koos Snijders

Het conservatieve patroon met redelijk streng gezag, dat de westerse wereld in de naoorlogse jaren had gekenmerkt, zou en moest nu wijken voor de frisse ideeën van een nieuwe jonge generatie. “My Generation”, waarschuwde zanger Roger Daltrey van The Who luid. “I’m talking about mý Generation”, met de klemtoon op “mý”. Bob Dylan liet zijn verstand en hart een paar jaar eerder spreken in de voorspellende song ‘Times are changing’, waarvan Boudewijn de Groot zijn succesvolle Nederlandstalige versie opnam. 

Tijden zouden daadwerkelijk veranderen. De jongerenbeweging Provo, die omstreeks 1966 in Amsterdam ontstond, gaf het voorbeeld en zette zich ludiek af tegen de gevestigde orde. Van gezag en de consumptiemaatschappij moesten de provo’s op hun wit geverfde fietsen niets hebben. Vrijheid, je lekker vrij voelen, zo weinig mogelijk in het gareel lopen. Zo nu en dan liepen de over het algemeen geweldloze protesten uit de hand en greep de politie (overbodig) hard in.  

‘Times are changing’ en de muziekscene veranderde mee. De overwegend zoete hits die jarenlang de dienst op de veelbeluisterde zender Radio Luxemburg hadden uitgemaakt, verloren het gevecht om de hoogste populariteit. De verkoopcijfers van de grammofoonplaten van Cliff Richard, Freddy, Adamo, Catharina Valente, Pat Boone en Ronnie Tober kelderden. De discipelen van de nieuwe “My Generation” kozen voor de sound uit Liverpool, door de Beatles in gang gezet: beatmuziek. Teenagers raakten in de ban van hun idolen Beatles, Rolling Stones, Animals, Jimi Hendrix, Janis Joplin, Beach Boys, Moodyblues, Donovan en vele anderen. Overal in Nederland schoten beat- en popgroepen als paddenstoelen uit de grond. Den Haag groeide uit tot hoofdstad van de popmuziek met de Golden Earring(s), Motions en Haigs. In de platenzaak naar muziek luisteren, precies in de smiezen hebben wanneer van deze of die beatgroep een nieuw grammofoonplaatje te koop was. Singles, EP’s met vier liedjes of zelfs grote elpees waarvoor je wel eerst had moeten sparen in Geleen kopen bij het Limburgs Platenhuis, Harry Schenkelaars of Vroom & Dreesmann en vervolgens direct naar huis sprinten om het zwarte schijfje op je platenspeler te leggen. 

In de zomer van 1968 opende Mathieu Vanderfeesten bijgestaan door zijn dochters Marlou en Anneleen in Geleen café De Schuur. Hij mikte daarbij op de toeloop van een jeugdig publiek en had hier vooraf goed over nagedacht. De slimme truc die Vanderfeesten bedacht lag eigenlijk voor het oprapen: zorgen dat in De Schuur de beste en allernieuwste pop- en soulmuziek klinkt. Vanderfeesten, door zijn klanten ‘de baas’ genoemd, verstond het vak van organiseren en begreep goed dat hij zijn jeugdige gasten in de watten moest leggen. Hij schakelde een paar van zijn cafégangers in om bij de lokale platenshops kersverse platen te kopen. De kroeg zou uitgroeien tot een razend populair etablissement. In een mum van tijd nog wel. De aantrekkingskracht bleek enorm. Van vandaag op morgen zat het café vol met jongeren uit alle hoeken van de Westelijke Mijnstreek. 

Het was gezellig toeven in De Schuur. Aan de bar, de lange kaarttafel, karakteristieke stalen krukken, flipperkast, tafelvoetbalspel, spaarkas. Knusse hoekjes. Toiletten vol gekliederd met namen, datums, liefdesverklaringen en tekeningen. Affiches tegen de wand. Rond carnaval werden in het café bonte slingers opgehangen. In de laatste weken van december waren het kerstattributen die de klok sloegen en klonk vaak muziek van de Tamla Motown soulsterren Supremes en Four Tops. Kort voor Kerstmis was het ondanks de kou buiten binnen in het café behaaglijk. Het regende in de kerstweek rondjes bier omdat de spaarkas werd leeggemaakt.

De ambiance in De Schuur was amicaal. Zo van “All-in the Family”. De teens en twens die in het pand aan de Rijksweg Noord over de vloer kwamen noemden zich trots Schuurganger. Als trouwe bezoeker wilde je er gewoon bij horen. Deel uitmaken van de groep. Dit neemt niet weg dat lang niet alle ouders van de Schuurgangers even blij waren met de hunker van hun dochter –en/of zoonlief naar een avondje plezier maken in het jongerencafé. Het gebeurde dat een stoere pappie pardoes naar binnen stapte. In een wolk van sigarettenrook opgewonden op zoek ging naar zijn dochter en haar zonder pardon mee naar huis nam. Over ‘All together now, love and peace, no war’ gesproken…

Na 10 drukke jaren voor alle gezinsleden verkocht Vanderfeesten zijn Schuur aan het echtpaar Henk en Marianne Beerens. Zij deden het café over aan Peter Halmans. In 1997 heeft de laatste eigenaar de deur van de kroeg voorgoed gesloten. Mathieu Vanderfeesten overleed in de leeftijd van 95 jaar op 23 december 2018.

Aan de bar, de lange kaarttafel, karakteristieke stalen krukken, flipperkast, tafelvoetbalspel, spaarkas.
Illustratie: Huib Jans