Waarom hebben we die goede, oude God toch afgeschaft? Die was zo gek nog niet. Versleten was hij niet, hij kon best nog een tijdje mee, desnoods een eeuwigheid. In lastige tijden had je steun aan hem. Een kaarsje opsteken, een gebed prevelen op de knieën, en hup,  je kon er weer een tijd tegen. Een scheve schaats of naast de pot gepist? Een paar Weesgegroetjes na het biechten: de schaats was meteen weer recht, en de bepiste broek schoon. Ave, ave! Heerlijk toch? En het grote voordeel was dat hij je nooit beknorde. God had geen algoritmes om je te wijzen op je falen, gemakzucht en vergeetachtigheid. 

Maar God is vervangen door onverbiddelijke high tech. De buienradar, de stappenteller, calorie meter, zij vormen de moderne Drievuldigheid. Onverbiddelijk zijn ze als je niet luistert naar hun geboden en verboden.

Wie naar buiten gaat als de buienradar binnen tien minuten een plensbui ziet aankomen, riskeert boze blikken van hen die je mee naar buiten hebt genomen voor een frisse neus. Geen stap meer buiten de deur durven velen te zetten voordat ze de goedkeuring van de buienradar hebben gekregen. Een onfeilbaarheid, waar de paus nog jaloers op zou zijn, wordt de radar toegedicht. En als hij er een regenbui naast zit of de hagel komt niet opdagen, dan wordt er  ter vergoelijking gemompeld dat er iets mis was met de ‘verbinding’. Van lenteregen uit de hemel word je groot, hoorde je vroeger. Maar de buienradar houdt iedereen binnen en klein.

Nog dwingender is de stappenteller. Minstens 10.000 stappen per dag moet je zetten, anders beland je voortijdig in de hel van de ziekenboeg. Wandelen maakt je hoofd vrij van kopzorgen en stress. Maar met de stappenteller wandel je de stress tegemoet. Al twee dagen niet gestapt, ai, hoe dicht je dat gat? En hoe kan dat nou, bij de ene stappenteller heb je 8900 stappen gezet en bij de andere maar 7900? En waarom tellen die stappen bergop niet zwaarder mee dan die bergaf? Bij God had je die problemen niet. Hij hield zijn mond, liet je aan je zelf over tijdens het wandelen, en stoorde je niet met piepjes, tikjes en tellertjes.  

De meeste vrees jaagt de calorie meter aan. Elke gram voedsel die je eet wordt gemeten en snel omgerekend naar calorieën.  Foute koolhydraten, stoute guilty pleasures en stiekeme tussendoortjes, ze glippen niet meer ongestraft naar binnen. Niks, dat je tanden passeert, blijft ongeregistreerd. Alles komt op de weegschaal te liggen, en als die teveel calorieën telt, gaan er alarmbellen rinkelen alsof ziekenauto, brandweer en trauma helikopter tegelijk uitrukken om je van een ramp te redden. Tuurlijk moeten we gezonder gaan eten: minder verkeerde vetten en zoete verleiders. Maar leven zonder af en toe een zonde is nog erger dan de hel, zou de goeie ouwe God gezegd kunnen hebben. 

Door Ray Simoen