De premium members en skyboxhouders van Fortuna Sittard werden donderdagavond tijdens hun bijeenkomst in het stadion getrakteerd op een verrassende gebeurtenis. Nadat eerst Wil Boessen, Mark van Bommel, René Maessen en John Linford via een onderling forum hadden stilgestaan bij hun succesvolle carrières en volop discussieerden over de actuele stand van zaken van de club, namen de bestuurders van het Fortuna Museum de aanwezigen mee terug in de tijd. Om precies te zijn: naar de seizoenen 1956-1957 en 1963-1964. Dat waren nog de hoogtijdagen van Fortuna ’54, de voetbalclub uit Geleen, die samen met de voormalige rivaal Sittardia aan de wieg van Fortuna Sittard stond.
Door Koos Snijders
Peter Schols, voorzitter van de stichting Fortuna Museum, gaf nadrukkelijk aan blij te zijn met de rol van het voetbalmuseum binnen de organisatie van de eredivisionist. “De club is meer en meer gaan beseffen dat ons museum van belang is. De historie van de vroegere voetbalclubs uit Geleen en Sittard komt hier mooi samen met de geschiedenis van het huidige Fortuna Sittard en brengt supporters dichter bij elkaar.” Het Fortuna Museum is constant in beweging; wekelijks wordt de imposante collectie met ‘nieuwe oude attributen’ uitgebreid. Dat wil het bestuur graag laten weten en daarom werd in overleg met de beleidmakers van Fortuna Sittard besloten om speciaal op de sponsoravond aanwezig te zijn. Het museum presenteerde immers een indrukwekkend ‘nieuw oud’ attribuut: een officiële duplicaat van de KNVB-beker, in 1957 en 1964 gewonnen door Fortuna ’54. Niet lang geleden bezocht Jan Smeets het museum. Hij was onder de indruk en deelde complimenten uit. “Ik zag alles van vroeger weer voor mij”, zei Mister Pinkpop. “De foto’s van de vele voetballers die ik heb gekend, hun verhalen, de vaantjes, knipsels, wedstrijdaffiches, de documentaires. Het Mauritsstadion kende ik op mijn duimpje en ik wist veel over Fortuna ’54. Omdat ik van alles en nog wat verzamelde over de club. Plakboeken, kaartjes, handtekeningen. Met mijn vader op de fiets van Einighausen naar het stadion in Geleen. Zo bezocht ik ongeveer alle thuiswedstrijden. Zeker die tegen Botafogo, de beroemde kampioen van Brazilië. Het was een van de eerste lichtwedstrijden. Voor de meeste supporters in het stadion zou de partij tegen Botafogo een onvergetelijke herinnering aan hun Fortuna blijven. Als ik me niet vergis deed Faas Wilkes als gastspeler bij ons mee. ‘Bij ons’, moet je mij horen. Maar zo voelde het nou eenmaal. Kijk hier, de lidmaatschapskaart van Fortuna ’54, ik draag ‘m nog steeds bij me, zit in m’n beurs.” Aan het einde van het museumbezoek dat bijna twee uur had geduurd, zei Smeets dat hij de twee gewonnen KNVB-bekers nergens had zien staan. “Dat begrijp ik niet.” De rondleider legde uit dat het pronkjuweel van de KNVB een wisselbeker is. Na afloop van een finale wisselt de beker telkens voor twaalf maanden van eigenaar. De regel geldt uiteraard niet wanneer een club de beker twee keer en wie weet nog vaker achter elkaar wint. Op het moment dat de rondleider de term “duplicaat KNVB-beker” liet vallen, spitste Smeets de oren. “Duplicaat? Officieel van de KNVB? Leg uit.” De rondleider knikte en vervolgde. Clubs die de beker gewonnen hebben, kunnen bij de bond het verzoek indienen om een duplicaat te kopen. Lang niet alle verenigingen doen dat, omdat het een kostbare aangelegenheid is. Jan Smeets die zijn leven lang in recordtempo tal van beslissingen heeft moeten nemen, aarzelde ook nu niet. “De beker van Fortuna ’54 hoort thuis in jullie museum, vind ik. Bestel hem en stuur de rekening naar mij.” Het Fortuna Museum aarzelde niet en nam dezelfde dag contact op met de KNVB voor het bestellen van de zwaar verzilverde bronzen beker.
De schitterend blinkende bokaal is begin deze week van Zeist naar Sittard gebracht en werd donderdag tijdens de bijeenkomst van premium members en skyboxhouders onthuld. De feestelijke presentatie vond plaats in het bijzijn van de oud-Fortunezen en bekerwinnaars Harry Custers, Peter Benen, Piet Vogels, Piet Kusters en Carel Breikers. De vijf krasse knarren zijn de enige nog levende bekerwinnaars van de voormalige club uit Geleen. Eerstgenoemde speelde alle bekerwedstrijden in het seizoen 1956-1957, behalve de finale die hij wegens een blessure moest missen. De overige vier vedetten van weleer stonden stuk voor stuk opgesteld in de gewonnen finale van 1963-1964.
In 56/57 had Fortuna er zeven wedstrijden over gedaan eer aanvoerder Bram Appel de beker in de lucht mocht tillen. Het elftal bereikte de finale in Rotterdam na het uitschakelen van achtereenvolgens SV Maurits (4-1), Limburgia (2-1), Roda Sport (7-0), Helmondia ’55 (4-3), SHS Scheveningen (3-2) en ADO Den Haag 4-2. De ruststand van de finale tegen Feyenoord was allesbehalve veelbelovend, Fortuna stond met 2-1 achter. Na de rust overrompelden de Geleners Feyenoord en namen de beker mee naar huis dankzij een hattrick van Appel en een goal van Angenent. Om de finale van het seizoen 1963-1964 te bereiken klopte Fortuna ’54 Tubantia (3-2), Go Ahead (3-0), SHS Scheveningen (2-0.) Na het met 4-2 uitschakelen van Fortuna Vlaardingen stond de finale tegen ADO Den Haag op het programma. De elftallen scoorden niet in het neutrale PSV-stadion, strafschoppen brachten de beslissing. Trainer Wim latten koos Cor van der Hart, Jean Munsters, Harry Brüll, Peter Benen en Piet Kusters uit voor het nemen van de penalty‘s. Op Van der Hart na beschikten de mannen over stalen zenuwen.
Fortuna ’54 klopte ADO in het penaltygevecht met 4-3. De winnaars en hun paar duizend meegereisde supporters werden ’s avonds laat onder luid gejuich op de Markt in Geleen door de burgemeester, wethouders en thuisblijvers verwelkomd. De nationale voetbalbeker die als bijnaam de ‘dennenappel’ heeft, is voortaan te bewonderen in het Fortuna Museum. Met dank aan Mister Pinkpop.