Normaal gesproken staat Limburg in februari voor een groot deel in het teken van carnaval. Met recepties, bonte avonden, vrolijke zittingen en gekostumeerde bals in stad, wijk, dorp en gehucht. Nu blijft het op de meeste plekken stil. Het is zo anders dan anders. Deze carnavaleske bijdrage gaat over twee medailles en een hoge orde die alle drie meetellen in de Waereldsjtad Gelaen. Het opspelden van medailles en uitreiken van hoge ordes is een wezenlijk onderdeel van “ózze vastelaovend”. 

Prinsenmedaille Flaarisse 1948

Een jaar of wat geleden namen de Flaarisse Mark Horsels en Luck Brouns bij Snuffelmarkt Lèntjheuvel tot hun verbazing een aantal verloren gewaande attributen in ontvangst. Attente medewerkers van de winkel hadden tussen het aangeleverde materiaal dat ze dagelijks sorteren opmerkelijke voorwerpen ontdekt. Om te beginnen de prinsenmedaille van de eerste Flaarisseprins Jean Janssen uit het oprichtingsjaar 1948; 2. de prinsensjerp van deze Jean I; 3. programmaboekjes uit datzelfde eerste jaar; 4. een oorkonde die zustervereniging de Genker Sjpasbinke in 1979 aan De Flaarisse en hun sjtadsprins Ron I (Vinken) had uitgereikt. 

De prinsenmedaille uit 1948 van Jean I is als het ware een lot uit loterij ofwel de hoofdprijs. Van het vele eremetaal dat een Prins Carnaval gedurende zijn regeerperiode krijgt opgespeld of omgehangen is zijn persoonlijke medaille met daarin gegraveerd het jaartal of seizoen de belangrijkste van allemaal. Aan de prinsenmedaille van Jean I vallen de eenvoud, de kleuren en het hart op. Geen zware medaille met tierelantijnen, geen roodgeelgroene kleur maar zachtblauw & geel en het kleine hart met de afbeelding van de Aafgebrende Gaaskaetel.

Hoe de spullen bij Snuffelmarkt Lèntjheuvel zijn beland blijft voor altijd een raadsel. Wat telt is dat het pakket carnaval souvenirs is gered en veilig wordt bewaard. Beide leden van de raad van elf van De Flaarisse hebben de “pronkjuwelen” overhandigd aan Heemkundevereniging Geleen, de beheerder van het archief van de sjtadsvastelaovesvereniging. 

Piet Giesberts Herinneringsmedaille

Vastelaovesvereniging De Sjoutvotte reikt de Piet Giesberts Herinneringsmedaille dit seizoen niet uit. De PGM is verreweg de belangrijkste onderscheiding van de “wieze vastelaovesgekke oet de Kloes & Gelaen Zuid”. De PGM wordt traditioneel uitgereikt als het hoogtepunt van een speciale zitting van De Sjoutvotte. De dragers zijn personen, verenigingen en organisaties die zich verdienstelijk maken voor de cultuur van Limburg en een groot hart voor de vastelaovend hebben. 

Piet Giesberts (1891-1970) was opzichter ondergronds bij Staatsmijn Maurits en heeft een grote staat van dienst in de lokale verenigingswereld. Zo was hij onder meer de oprichter van de drumband Kluis en eerste president/voorzitter van De Sjoutvotte. Zijn uiterlijk, de stem, ideeën, enthousiasme en toespraken maakten indruk. De leden van De Sjoutvotte en hun onderdanen genoten van de inzet en kwaliteiten van hun president/voorzitter. Ze waren trots op hem. Zijn naam leeft voort in de Piet Giesberts Herinneringsmedaille. Zoon Hub (1928-1994) deed wat het enthousiasme betreft niet onder voor zijn vader. Hij was op 14 februari 1971 de eerste persoon om de PGM te dragen.

De erelijst is als volgt: Hub Giesberts, Jean Janssen, Jan Penders, Bertha Paulissen, Martin Nijsten, Karnavalsmuseum Echt, Nol Smeets, Theo Verstraeten, Frits Rademacher, Harry Janssen, Jan Debets, Wim Leentjens, Trio  de Globbetrotters, Nic Hommel, Sjef Diederen, Harmonie St. Cecilia, Michel Hochstenbach, Emiel Mastenbroek, Marlies Notten, Sjeng Ronckaerts, Jan van Meyel, Hans Weyers, René Keulers, Jean Meijntz, Werner Dritty, Vastelaoveskoar Dik Betaald BééVéé, Schutterij Marcellinus en Petrus, Wim Verhoef, Ernest Thissen, Jos Solberg, Theater Karroessèl, Soos van de Baan, Jan Ridderbeekx, Beppie Kraft, Wim Vorstenbosch, Ben Erkens, Pierre Cnoops, Ursula Wijnen, Kartoesj, Jan Franssen, George Bakx, TVL, Henny Boks, ’t RAAF, Jacq Dohmen, Frans Theunisz, Jos Cremers, Heemkundevereniging Geleen.

Hub Frenken-0rde

Bij de heroprichting van De Uule uit Oud-Geleen in 1957 was Hub Frenken (1923-1971) de eerste voorzitter. Hij zou in 1962 als voorzitter worden opgevolgd door Pierre Collard. Als Opper-Uul en presentator van de carnavalsavonden had Hub voor elke artiest een persoonlijk woordje. Tevergeefs een beroep op hem doen stond niet in zijn vocabulaire, hij adviseerde en hielp altijd, met wat dan ook. Tot aan zijn overlijden in 1971 bleef Opper-Uul Hub Frenken zijn Uule en andere organisaties in Oud-Geleen ondersteunen en promoten. Een duizendpoot van de eerste orde.

Een jaar na zijn dood ontving de weduwe Liza Frenken uit handen van Rietje Hermans de zilveren Toon Hermanslegpenning. De postume blijk van waardering laat zien hoe groot de betekenis van Liza’s wijlen echtgenoot voor de vastelaovend, de BCL, LVKA en Limburgse cultuur is geweest.

De hoge Hub Frenken-orde van de Wieze Uule oet Awt Gelaen is vanaf 1970 achtereenvolgens uitgereikt aan: Pierre Collard, Harrie Janssen, Wil Boesten, Sjef van Cruchten, Pierre Hoofs, Jack van Heijster, Leni Meys, Liza Frenken, Hub Keulen, Cor Vroemen, Chris Godschalk, Jan Diederen, Sjanke Poulissen, Frits Demandt, Lei Baggen, Frans Ramakers, Dominique Eussen, Tiny Schulkens, Gerrit van Hilten, Ben van Wijlick, Chèl Dohmen, Piet Suykerbuyck, Truus Janssen, Sjeer Jörissen, Ton Alers, Marlies Notten, Jos Vroemen, Ria Hoedemakers, Frans Derhaag, Ben Erkens, Ad Hoogenboom, Rudy Slots, Willem Delahaye, Pieter Claessen, Piet Nijssen, Rinus de Kort, Jan König, Jos Huveneers, Pierre Penris, Henk Caris, Frits van Ballegooy, Huub Clerkx, Maikel Dullens, Remy Nieste, Riet Penders, Fred Broeks, Ria Spelthan, Leon Geilen.

Tekst Koos Snijders