Voor het vak maatschappijleer op het Trevianum moest de zeventienjarige Oliver een praktijkopdracht doen. Dit wordt door de leerlingen meestal in de vorm van een presentatie afgehandeld, maar deze atheneum-leerling wilde er meer van maken en besloot het te combineren met een deel vrijwilligerswerk.
“Eigenlijk is het zoiets als de maatschappelijke stage. Het idee ontstond toen ik daklozen in onze straat zag lopen die onderweg waren naar BieZefke. Daar ben ik gaan vragen of ik bijvoorbeeld in de keuken kon helpen, want vrijwilligers maken daar elke dag iets warms te eten klaar. Dit ging echter niet, omdat er al twee studenten stage liepen. De coördinator, Tristen, vertelde me dat de mensen die er kwamen jassen en schoenen nodig hadden. Zo ben ik een kledinginzameling gestart”, vertelt Oliver. Hij begon dit initiatief met een artikeltje in deze krant en al snel stroomden de reactie bij hem binnen. “Ik heb inderdaad mails gekregen vanuit de hele gemeente. Van Papenhoven tot Munstergeleen en van Lindenheuvel tot Sittard. Een paar reacties kreeg ik van oudere mensen die weduwe waren geworden. Zo konden ze met de kleding van hun overleden man nog iemand blij maken. De mensen waren blij dat ze iemand anders konden helpen. In de oproep had ik aangegeven dat het niet erg was als de kleding gerepareerd moest worden of gewassen. In de praktijk bleek dat de meeste kleding gewassen werd aangeleverd en een reparatie was maar twee keer nodig. Ook kreeg ik nog een aanbod van de Grabbelton, maar door Corona heb ik hier verder niks mee kunnen doen.”
Alle kledingstukken werden door Oliver, met hulp van zijn moeder, bekeken om te controleren of ze niet stuk waren of gewassen moesten worden. Om bij te houden welk type kleding er gegeven werd maakte hij een overzicht. “Ook al had ik gevraagd om herenjassen en -schoenen, toch kreeg ik ook truien, broeken, sokken en dames- en kinderkleding. Negen kledingstukken waren niet meer te repareren. In totaal waren er 42 jassen, 55 truien/vesten en 14 paar schoenen.” Goed om te zien hoeveel mensen je spontaan hebben willen helpen. Alleen door een oproep in MIJNGazet. “Het was fantastisch. Ik had nooit verwacht dat het project zou groeien tot deze omvang. Ik ben bij veel mensen langs geweest en sommigen kwamen de kleren bij mij thuis afgeven. Het was veel werk en het kostte veel tijd, maar het was zo fijn om de mensen die bij BieZefke komen warme kleding te kunnen geven. Het doet goed om de daklozen in warme kleding buiten te zien. Dat geeft ze hopelijk een beetje verlichting tijdens de koude winter. Ik ben heel gastvrij ontvangen in de huiskamer van BieZefke en ken sommige vrijwilligers en daklozen, door deze ervaring, bij naam. Het is super dat er zo veel vrijwilligers zijn die elke dag klaarstaan in de huiskamer. Zelfs met Kerstmis. Er werd een kerstdiner gemaakt voor eerste kerstdag en de ruimte was aangekleed met kerstbomen.”
Het project is afgerond en de eindconclusie is dat als je wilt, er best iets te maken is van een praktijkopdracht voor maatschappijleer. “Klopt. Er is meer dan genoeg kleding gegeven. Zoveel dat ik ook de daklozen in de opvang van Moveoo op de Engelenkampstraat nog een hoeveelheid kon brengen. Natuurlijk paste niet alle kleding, dus wat overbleef heb ik weer doorgeven aan een ander goed doel. Voor mijn project is in ieder geval geen kleding meer nodig. Het is afgerond.”