Sinds kort heb ik een reiger in de tuin, in de voortuin wel te verstaan. Ze staat een beetje achterovergeleund alsof ze meer met het dreigende gevaar van het voorbijkomende verkeer bezig is dan met vissen of kikkers in een vijver. Dat is terecht want er is helemaal geen vijver in mijn voor of achtertuin. Wat doet die reiger daar dan? Ook de overbuurvrouw die regelmatig oplet of onze tuin er goed bijstaat was verrast door de levensechte nepvogel. Toen wij de deur uitstapten probeerde zij vanuit haar bovenraam ons attent te maken op het beest. Wij zwaaiden terug alsof de reiger ons nieuwe huisdier was en reden weg op de fiets.
Bij thuiskomst lag er post op de mat. De enveloppe was geadresseerd aan de gelukkige ouders van de nieuwe boorling. Ik moet bekennen dat het al geruime tijd geleden is dat de behoefte van gezinsuitbreiding bij mij naar boven kwam. De post was vast verkeerd bezorgd. Maar nieuwsgierigheid won het en de inhoud gaf de uitslag op onze vragen.
De reiger had in de hoofden van enkele buurvrouwen een metamorfose ondergaan. Zij hadden de reiger getransformeerd in een ooievaar, het symbool van de brenger van een vers mensenkind. Een nieuw mensenkind wordt tegenwoordig aangekondigd in de voortuin met een groot naambord of zoals hier met een levensechte reiger die wordt aangezien als ooievaar. De moederharten waren in een klap sneller gaan kloppen bij vier buurvrouwen. Zij nodigden zichzelf met een toepasselijk kaartje uit voor een geboorteborrel en boden als tegenprestatie aan ook te willen oppassen bij de nieuwe boorling.
Het kaartje met het aangekondigde bezoek was een totale verrassing. Een geboorteborrel is tegenwoordig gemeengoed om een feestje te bouwen en bezoek te concentreren. Vroeger kwam Jan en alleman in een ruim gespreide tijdspanne aanbellen. Dat maakte dat de kraamhulp veel tijd aan het bezoek moest besteden en nog had ze genoeg tijd over voor moeder en kind. Het eten klaarmaken kon je ook nog gerust aan haar overlaten.
De vader schipperde daar als een wat onhandige derde tussendoor.
In ons geval was er geen kraamhulp en geen kind. Wel was het geboortebezoek aangekleed met een attentie van de bezoekers, beertjes met geboortemuisjes. Zij kregen uiteraard beschuit met muisjes bij de koffie. De ‘vader’ van de ‘baby’ had gezorgd voor blauwe muisjes. Hij liet daarmee fijntjes merken welke rol hij bij de nieuweling speelde.
De gebruikelijke gespreksonderwerpen, zoals gelijkenis met de vader of de moeder en details over de bevalling en de voorspoedige gezondheid werden vermeden.
In plaats daarvan rolden de gebruikelijke buurtonderwerpen, zoals vreemde vogels, roddels en algemene lusten en lasten over de tafeltjes.
Bij de afsluiting klonk de wens dat we nog lang en gelukkig van elkaar mogen genieten. Buurtgenoten leven nu eenmaal zeer beleefd met elkaar mee, al is de aanleiding een misverstand.
Voordat het bezoek arriveerde hadden wij ons al zorgen gemaakt over een andere geboorte. Verschillende keren zag ik namelijk dat ‘onze’ merel vanaf de dakrand oplettend naar het gezelschap had gekeken, dat luidruchtig en in diverse toonhoogten haar territorium verstoorde. In de heg vol met bloeiende klimhortensia’s lag haar merelnest verscholen. Op deze gezegende dag had volgens de menselijke berekeningen het broedsel moeten uitkomen. Al een paar dagen was in de tuin geen merel te zien. Pas na het geboortebezoek met al het lawaai durfde ik bij de heg naar het nest te gaan kijken. Ik vond slechts één kapot groen gestipt ei. De natuur is grillig. Of de merel op de dakrand dit ook besefte? Toen ik opnieuw verscheen om de feestrestanten op te ruimen vloog ze schielijk weg.
Tekst Peter van Deursen