In ‘De jaren’ van de Franse schrijfster Annie Ernaux wordt het dagelijkse leven beschreven van na de tweede wereldoorlog. In het boek is te lezen: ‘Er werd niets, maar dan ook niets weggegooid. Steelpannetjes waren zwartgeblakerd, soms ontdaan van de steel. Het email van de teiltjes was afgebladderd. Jassen waren versteld, hemdkragen gekeerd, zondagse kleren doordeweeks geworden. Alles moest langdurig meegaan, zoals de pennendoos en de doos met schilderbenodigdheden voor school. De inhoud van nachtemmers diende als mest voor de tuin. Paardenvijgen werden opgeraapt als er een paard langskwam, om bloembakken mee te onderhouden. De krant was om groente in te wikkelen, om de binnenkant van natte schoenen te drogen, om je af te vegen op de wc.’
Hoe is dat nu? Dagelijks vaart een grote vloot schepen van lagelonenlanden naar Rotterdam en andere wereldhavens met duizenden containers aan boord. Als er eentje gaat ‘dwarsliggen’ in het Suezkanaal raakt de wereld ontwricht en worden de containers van het dwarse schip Ever Given veel te laat gelost. Tuinstoelen bederven niet, ze arriveerden nipt op tijd voor het zomerseizoen 2021. Ook de schappen van de Action en HEMA konden weer worden gevuld. Maar de containers met inhoud van een beperkte houdbaarheid gingen naar de verbrandingsoven. De eenentwintigste eeuw is een eeuw van een overstelpende overdaad (in het rijke deel van de wereld). De huizen barsten uit hun voegen van de spullen. Onze kasten zijn vol. Tegelijkertijd bestaat er sinds enige tijd een trend om kleiner te gaan wonen en te ‘ontspullen’. Opruimgoeroes zoals Marie Kondo zijn niet aan te slepen. Tiny Houses hebben de wind mee. Ik zie een gestage gang naar kringloop Het Goed. Aan de achterkant van het pand kun je overbodige spullen inleveren. Oppassen dat je aan de voorkant niet weer naar binnen gaat. Daar is de verleiding groot om voor een habbekrats iets te kopen (dat je achteraf niet nodig hebt).
De oorsprong van onze hebberigheid ligt bij het ontstaan van de eerste warenhuizen. In 1852 opende warenhuis Le Bon Marché zijn deuren in Parijs. Het was er van meet af aan druk. De Parijse warenhuizen hadden als eerste elektrische verlichting en dat verklaarde de fascinatie voor deze betoverende winkels, naast hun ongekende assortiment. De directie van de Galeries Lafayette zorgde voor een doorbraak van de massaconsumptie door het bedenken van Les Soldes (De Opruiming). Na de Kerstmis in de kalme januarimaand buitelden de koopsters en kopers over elkaar heen. Wat was alles goedkoop! Het hek was van de dam. In die tijd ontstond een neveneffect van het geëxplodeerde koopgedrag. Opeens waren er ‘consumenten’ die zwaar in de schulden geraakten. Mensen gingen persoonlijk bankroet.
In warenhuizen als La Samaritaine en de Galeries Lafayette, met schitterende koepels van stal en glas, ligt de oorsprong van onze niet te beteugelen kooplust. Na een renovatie van 15 jaar en 835 miljoen euro opende La Samaritaine onlangs opnieuw zijn deuren. In de krant stond met grote letters: La Samaritaine wordt een shopwalhalla!
In Sittard-Geleen zijn geen warenhuizen meer. Reus V&D legde het af tegen Action en Amazon. Het levert een onverwacht voordeel op: Het verdwijnen van het foeilelijke V&D pand op de Markt ten faveure van het ‘Huis van de stad’ op die plek. Dat ‘Huis van de stad’ wordt hopelijk een ‘Kunststukje’ dat beter bij de Markt past.
Hemdkragen hoeven niet meer te worden gekeerd. In onze kast hangen kledingstukken die we nooit droegen. Hoe het tij te keren, zonder naar de schaarste van vroeger terug te willen?
We gaan dwarsliggen voor de containerschepen.