Door Ray Simoen

Wie van landelijke kolenboer opklimt tot internationaal vermaarde bio science  kolos, wil niet al te veel meer herinnerd worden aan de met zwart stof besmeurde overalls en lompe werkschoenen uit het begin van zijn carrière. Kolengruis geeft maar vlekken op het mondaine maatpak van een bedrijf, dat de wereld wil veroveren met zijn high tech producten. En wie globaal denkt en de hele planeet als zijn afzetmarkt beschouwt, heeft geen  boodschap aan lokale sentimenten. Zo iemand ervaart de relicten uit zijn verleden als hinderlijke blokken aan het been. Ze staan zijn groei en bloei als ‘wereldspeler’ maar in de weg.  Zo gedraagt de oude kolenboer DSM zich. Nadat het bedrijf met hulp van de overheid en belastingcenten van ex-koempels en kantoorklerken geholpen was om na de sluiting van de mijnen een nieuwe toekomst te beginnen, werd in sneltreinvaart alles met de grond gelijk gemaakt dat herinnerde aan het oude verleden als kolenboer. 

Kil

Genadeloos gingen de mijnrelicten tegen de vlakte. En wat aan de sloophamer ontkwam, wist dat het uiteindelijk ook geofferd zou worden aan de drang van DSM om het verleden uit te wissen: Het zou een dood door verwaarlozing worden. Geen poot zou er uitgestoken worden om de laatste herinneringen aan het mijnverleden te redden van de vergetelheid. Hard en kil, zoals blijkt uit de woorden van een woordvoerder van Chemelot, toen vorige week de sloop van de voormalige lampisterie  en nog twee andere voormalige gebouwen van de mijn Maurits was begonnen. ‘De lampisterie is gesloopt uit veiligheidsoverwegingen’, aldus Chemelot. Geen wonder, als je het jarenlang laat verkommeren en niks doet.. En de gemeente die kort tevoren nog zoveel moeite deed om de herinnering aan de Sittardse artiest Toon Hermans levendig te houden? Wat deed die? De gemeente verschool zich achter de provincie. ,,De vergunningen voor de sloop zijn aangevraagd en afgegeven door de provincie”.  De gemeentewoordvoerder zei wel te snappen dat ‘het gebouw vanwege zijn historie ‘emotionele waarde’ had voor velen, maar tja, de vergunningen waren netjes in orde en ook nog van provinciewege verleend’, werd er Pontius Pilatus-achtig aan toegevoegd. 

Onwil

Maar niet treuren en zeuren, zo werd iedereen, die het mijnverleden koestert, voorgehouden. De watertoren, dat andere icoon van de Maurits, blijft behouden. Net als de loonhal en de constructiewerkplaats. Nou, dat voorspelt niet veel goeds. De loonhal en constructiewerkplaats liggen al jaren te verkommeren en te verpieteren.  Niets wordt ondernomen om deze allerlaatste relicten van de ooit meest moderne mijn van Europa te redden. Slachtoffer zijn ze van de besluiteloosheid, onwil en het onvermogen van de drie belangrijkste partijen-DSM, eigenaar Paes en de gemeente Sittard-Geleen. Zij spelen een macaber spel  met deze overblijfselen van de mijngeschiedenis van deze regio. Paes wil geld zien, de gemeente kijkt weg en life science grootmacht DSM heeft de ogen gericht op het belang van zijn aandeelhouders, en die hebben niks met het mijnverleden. Gedrieën lijken ze te wachten tot de laatste mijnrestanten vanzelf in elkaar storten. Werk aan de winkel voor iedereen, die de Vereniging ‘Red het Mijnverleden van Geleen’ een warm hart toedraagt.

Reageren? redactie@mijngazet.nl