‘Zoals gebruikelijk worden bij Volkstuinvereniging Sittard tijdens de Algemene Ledenvergadering degenen die 25 jaar lid zijn van de vereniging in het zonnetje gezet. Volgens onze gegevens bent u al vanaf 1996 lid van onze vereniging en dat betekent dat u nu ruim 25 jaar tuiniert op complex Ophoven.’
Tekst en foto Wim Kallen
Van de inhoud van deze brief moest ik even bijkomen. Wat gaat de tijd… Ben ik al zo oud dat ik dit soort jubilea kan verwachten? Ik vrees van wel. De jaren gaan onverbiddelijk voorbij. De mooie kant van de medaille is, dat ik al 25 jaar een van de leukste hobby’s heb die er bestaan: Het zaaien, schoffelen en oogsten van groente en fruit in een mooie volkstuin. Met andere tuinliefhebbers om je heen. Man, vrouw, Italiaan, Kroatische, ‘Hollander’ en de nodige Limburgers natuurlijk… allemaal kunnen we door dezelfde groen geverfde toegangsdeur. Waar overigens de strenge waarschuwing Verboden voor onbevoegden opstaat. De volkstuin Ophoven is zonder meer een van de Geheime Tuinen van Sittard. Dat komt door de meidoornhagen eromheen. Geen spoor van een tuin te zien vanuit de ‘boze’ wereld. Het lijkt op een wereld op zich als de poort openzwaait en je de diverse percelen voor je ziet liggen. Er zijn andere volkstuinen op lokale gemeentegrond, maar die zijn meestal zichtbaar vanaf de weg.
Deze hobby beoefen ik dus een kwart eeuw. En dat werd tijdens de jaarvergadering beloond met een tinnen beeldje van een tuinman met een bos bloemen in zijn handen. Op naar de volgende 25 jaar. Dat tuinieren kun je trouwens voor een gering huurbedrag per jaar. Vervolgens ga je zaden kopen, of zelf verwerven en… aan de slag. Bemesten, spitten, grond losmaken. Er is altijd wat te doen. Interesse gekregen? Er is een wachtlijst, want werken in je eigen volkstuin heeft aan populariteit sterk gewonnen.
Nog even over die collega’s: Ze bestuiven fanatiek pioenrozen (in de hoop op een nieuwe variant). Je hebt hobbywijnboeren die hun 20 of 30 wijnstokken vertroetelen en een absolute topwijn gaan bottelen voor eigen gebruik. Daarnaast zijn er de ‘normale’ tuinlieden die een malse krop sla hopen te scoren en ten strijde trekken tegen droogte enerzijds en slakken anderzijds. Allemaal hebben we twee dingen gemeen: We zijn fanatiek én we leven ons uit. Persoonlijk word ik blij van vers fruit. Een zomerkoninkje (=aardbei) kan intens smaken, evenals een net geplukte perzik. Van die frisse smaak moet je bij komen. Tuinieren dus, ik kan het iedereen aanraden. Daarnaast lees ik de krant op de tuinbank en schil wel eens een appeltje. Letterlijk. Eigenlijk heb ik 2 tuinbanken, ze staan tegenover elkaar. Er komen af en toe vrienden over de ’vloer’. Samen zitten we dan te keuvelen en te genieten van de rustgevende omgeving. Een van die vrienden is dichter. Wanneer hij eenmaal op de tuinbank zit, zegt hij binnen 2 minuten: “Hier schrijven.” En dan overhandigt hij mij zijn notitieboekje en een pen, zodat ik à la minute enkele zinnen kan schrijven. Liefst zinnen die hout snijden. Zo zijn we soms creatief in de moestuin en lezen we elkaar een gedicht voor. Ja, in een goede tuin bloeien en groeien naast bloemen ook woorden. Het wel en wee van de wereld is echter nooit ver weg. Maar daar ben je, als je de tuin verlaat, beter tegen gewapend.