In de verte boven de boomgrens stond een witte stip. Met de verrekijker bleek het een luchtballon te zijn die langzaam onze kant op kwam. Op de witte ballon prijkte een Red-Bull blikje, een merk dat juist niet aan het trage tempo maar aan competitie en races doet denken. Wij liepen in een rustig tempo langs voormalige oorlogsvelden. Het wandelpad werd gemarkeerd door borden met Engelse en Nederlandse namen en data die op het einde van de Tweede Wereldoorlog duidden. Op vakantie wil je niet graag met oorlog en ellende te maken krijgen. In dit gebied bij Groesbeek is het echter onvermijdelijk om tekens van WO II te negeren.

Als pauzeplek kozen wij een bankje bij een monumentaal oorlogsmonument. Je kan hem niet missen de in staalconstructie nagebouwde Waco CG4, een zweefvliegtuig. Het deed denken aan de reconstructie van het frame van de MH17 die in de Oekraïne neerstortte. Dat een oorlogsvoertuig zo tot de verbeelding spreekt is waarschijnlijk de romantische kant van het jongensspel dat bij mannen tot hoge leeftijd levend blijft.

Onze wandeling voerde verder naar het bos. De aangename verkoeling onder de hoge prachtige bomen zonder drukte en lawaai was een weldaad. De zonaanbidders mogen best de stranden opzoeken, ik verkies de natuur, niet te ver en met minstens zoveel verrassingen. Aan het einde van het brede wandelpad waar de vlakpatronen van de zon steeds kleiner werden, waren twee jongens te zien. Een stond rechtop, van de ander zag je alleen zijn bovenlijf. Dichterbij gekomen bleken het twee boys van ongeveer 17 jaar in soldatenwerkkleding te zijn. De jongen met het bovenlijf stond in een flinke kuil zand te scheppen met een legerschep. Onze vraag was natuurlijk: wat zoeken jullie hier? Van alles uit de oorlog, was hun antwoord. De metaaldetector lag op de hoop zand naast de kuil. De jongen in de kuil schepte ijverig door. De jongen ernaast toonde met zijn vuile handen ons zijn topstuk van vandaag, een half vergane huls met vijf kogels. Een kogel ontbrak vertelde hij met overtuigende deskundigheid. Dit gebied ligt nog vol met oorlogsrestanten. Wij hebben pas nog een stuk van een parachute gevonden, zei hij, waarbij hij de maat van ongeveer vijftien centimeter aangaf. Zelfs minimale stukjes metaal beschouwden zij als een waardevolle trofee. Thuis had hij een kamer vol. Hun enthousiasme duidde op meer dan een bevlieging. Het zou zomaar een levenslange fascinatie kunnen zijn voor oorlogstuig en slagvelden, zoals archeologen aan potscherven kunnen zien waar nederzettingen waren.

Wij wensten de jongens veel geluk bij hun zoektocht. 

Onze gedachten over oorlog mengden zich langzaam weer in vredige gedachten over de pracht en de kracht van de natuur. Thuis op onze vakantieplek konden wij in de tuin genieten van de kersen die we zo uit de boom konden plukken. Vredelievender kan ik het me niet bedenken.

Tekst en foto Peter van Deursen