Tekst en foto Wim Kallen
Een van de mogelijke oplossingen voor de woningnood is het Tiny House. Alom geroemd, maar slechts weinigen bezitten er daadwerkelijk een. Ook in Limburg komen langzaam Tiny House-woningcomplexen tot stand. Sittard heeft sinds kort drie Tiny Houses binnen de gemeentegrenzen. Op een bijzondere plek. Zorgboerderij Ophovenerhof vond in deze compacte huizen het antwoord op het gebrek aan woonruimte binnen de muren van de eeuwenoude boerderij. Daar zijn alle voormalige melkstallen, voorraadruimtes, koe- en paardenstallen en familieslaapkamers al verbouwd tot gezellige appartementen voor mensen met een beperking. Zij wonen er dolgraag. De Herenkamer boven de poort was een van de laatste ruimtes die veranderde in een 21e-eeuws appartement, na een ingrijpende renovatie. Ruim driehonderd jaar geleden werd deze kamer slechts sporadisch bezocht door de Heer die de boerderij verpachtte en slechts 1 of 2 maal per jaar zijn ‘tiende’ kwam halen bij de ploeterende boer. Dan overnachtte hij er ook enkele dagen. Nu is de Herenkamer elke dag het prachtige woondomein van een van de bewoners. Dat is beter geregeld. Het is een lot uit de loterij als je er kunt wonen en dat na zoveel jaren leegstand.
Terug naar de Tiny Houses die anno 2022 in de vroegere huisweide van deze Ophovenerhof staan, naast de fruitbomen en de schapenwei. Drie kleine woningen op een prima plek, geschakeld aan elkaar. Vergeleken met oude boerderijfoto’s is niets meer hetzelfde. En dat is simpelweg de vooruitgang. Het laatste boerenechtpaar dat er woonde en werkte, waren Hubert en Mia Kallen. Met z’n tweeën bestierden ze de boerderij, elk had zijn eigen taak binnen de boerderijmuren of buiten op het veld. Boer en boerin stierven kinderloos en na enkele jaren kwam er weer ‘leven’ in de boerderij door het Zorgboerderijproject dat heden ten dage tientallen mensen werk en een vrijetijdsbesteding bezorgt. De inwoners van Sittard en daarbuiten vind je vaak op het terras op de binnenplaats, of in de winkel waar wafels worden gebakken en verkocht. Je kunt er kakelverse eieren krijgen en een gezonde ‘groentemand’ samenstellen. Binnen dat geheel zijn de Tiny Houses een uitkomst en nauwelijks storende elementen in het boerderijlandschap. De bedrijvigheid rond de boerderij en in de moestuin voelt naturel. Je mist er de ronkende tractor een beetje, maar de stinkende mesthoop geenszins.
Anders is dat aan de overkant, waar een vrolijke ijswagen het straatbeeld verstoort. Voor mij is deze dominante wagen iets te veel van het ‘goede’. De ijswagen, geparkeerd tussen oeroude Ophovenermolen en even historische Ophovenerhof, trekt veel aandacht. Voor mij heeft deze ijskar-attractie een hoog pretparkgehalte met zijn beschildering en is daardoor op deze historische plek dominant aanwezig. Het zijn ook hier de kleine dingen die het hem doen. Een watermolen van ruim 500 jaar oud heeft nou eenmaal een lage weerstand wat horizonvervuiling betreft.
Je zou kunnen zeggen: Het is muggenzifterij. Er is oorlog in Oekraïne. We hebben een ongekende inflatie en de asielzoekerscentra en voedselbanken verwerken een constante aanloop. En daarbij: het stadspark is zó mooi geworden. Spijkers op laag water zoeken, is een andere uitdrukking. Maar ik heb het over historisch besef en dat je trots moet zijn op het erfgoed in je omgeving. Dat historisch besef moet je koesteren, ja zelfs aanwakkeren.
Ondertussen heb ik zin gekregen in een ijsje!