Op de plaats waar ik nu sta, kijk ik uit op een ruige weidse vlakte.
Hier in de luwte is het goed toeven, zonder stadsgeluiden. Het laat me even voelen hoe het is om alleen op de wereld te zijn.
De randen zijn bedekt met struiken en takken die een donkere aaneengesloten omheining vormen. Hier vallen bomen en voeden andere bomen. Hier ontstaat het leven uit de dood. Dat is een wet. Geen schepping van de mens. Het is een opgetekende echo. Een essentie die velen ontgaat. Maar het is zo belangrijk om dat te begrijpen. Er is geen geluid, er is geen beweging, behalve van een onrustig heen en weer springende eekhoorn, die bezig is om gevallen eikeltjes op te rapen.
Ineens hoor ik de langgerekte roep van een gans, gevolgd door een tweede, in een andere toonaard. De twee stemmen vermengen zich en smelten samen tot een welkomstlied in de stilte van de morgen.
Een licht briesje steekt op en neuriet door de toppen van bomen hoog boven mij, eerst fluisterend dan dalend in lage golven van geluid. Een vreemd soort herinnering komt terug. Een gevoel van verwantschap, verstopt in mijn diepste gedachten, onrustig, volhardend.
Ik ben in de Schwienswei, een afgelegen post, ingeklemd tussen Duitsland en Nederland. Geen uitgestrekt natuurgebied met eenzame paden, doorkruist met snelstromende beken. Niets van dat alles. Onwetenden zullen beweren dat niets eentoniger is dan vruchteloos dwalen door een in kaart gebracht natuurgebied, waar alle bijzonderheden reeds lang en breed bekend zijn aan talloze wandelaars.
Toch verbergt dit natuurgebied een geheim dat buiten ons bereik verborgen ligt. Want vroeger bood deze geheimzinnige open ruigte als schans een schuilplaats voor de bewoners van Sittard.
Deze schans bevond zich midden in de Schwienswei, omringd door dubbele grachten, die werden gevoed door de Molenbeek. Hier waande men zich veilig. De schans, bekend onder de naam De Hateboer, wordt nu weer bedreigd. Door een vakantiepark.
Zelfs de oude bomen, die in donkere aangesloten rijen de historische plek omringen, staan machteloos tegen de vernieling door de beschaving die zo meedogenloos kan zijn, want de meeste mensen zijn opgegroeid zonder de natuur te begrijpen.
Ze hebben er geen vermoeden van dat ze er onderdeel van uitmaken. In feite hebben ze het van zich afgeschud. Hun wereld is een rationele economische wereld geworden, waarbij bijna alles wat niet winstgevend is tot onzin is verklaard. Bestuursmodellen, wet- en regelgeving, geld om het zakelijke leven te organiseren, instituten om onderwijs te geven. Alles is in regeltjes en vakjes ondergebracht, zonder met de natuur te overleggen.
In gedachten wandel ik terug naar de parkeerplaats bij het oude zwembad.
Laten we proberen om een bemoedigend wereldbeeld op te trekken, uit ons harnas te stappen om de vele dingen te zien die in ons streven naar succes onopgemerkt aan ons voorbij zijn gegaan.
Van de huidige crisis die we nog steeds niet te boven zijn, hebben we ervaren en geleerd dat we in harmonie met de natuur moeten leven, dat de bescherming van onze geschiedenis en het behoud van de natuur, het levenswerk van iedereen moet worden.
Alles telt. Ook dat onbeduidend pareltje dat de historie van de wereld niet zal raken, zoals de Schwienswei, de laatste wildernis van Sittard.
Tekst Niek Bremen