Met handen en voeten perst hij lucht door honderden buizen en pijpen tot muziek, die nu eens lichtvoetig danst en dan weer dondert en bliksemt. Tjeu Zeijen (70) is de ‘tovenaar met tonen en klanken’, die al ruim 40 jaar de organist van de Augustinuskerk in Geleen is. Samen met zijn leerling Luciano Meloni gaf hij onlangs een orgelconcert, waarbij zelfs ‘Kortjakje’ vrolijk door de kerk huppelde.
Hans Klok, en voor hem Fred Kaps en het Duitse duo Siegfried en Roy zetten je altijd op het verkeerde been met hun magische gegoochel met mooie dames, speelkaarten en wilde dieren. Die verdwenen ineens, werden doorboord met messen en zwaarden of werden in brand gestoken om als bij toverslag weer levend en ongeschonden tevoorschijn te komen uit een getraliede kooi, mouw van een hemd of een levensgroot aquarium aan touw boven de bühne. Illusionisten van wereldformaat. Mindf*ckers, zoals ze tegenwoordig ook wel worden genoemd. Hoe krijgen ze het voor elkaar om ineens een olifant in twee witte tijgers te veranderen? En waar komt toch al dat zout vandaan dat maar blijft stromen uit een vaatje in de handen van een mouwloze Fred Kaps?
Persen
Hoe fabelachtig en raadselachtig goed die goochelaars ook zijn, het blijven trucjes, foefjes, kunstgrepen. Zonder een stel kaarten, een blondine in een badpak en tijgers in een kooi lukt de truc niet. Maar uit niks iets nieuws toveren? Bijvoorbeeld, uit lucht mooie muziek toveren? Dat zul je zelfs de beauty prince onder de illusionisten Hans Klok niet zien doen. Tjeu Zeijen doet al meer dan vijftig jaar niks anders. Uit lucht maakt de 70 jarige organist muziek. Met handen en voeten perst hij lucht door honderden buizen, die samen het imposante Loret orgel van de Augustinuskerk in Geleen vormen. Nu eens komt de geperste lucht eruit als trompetmuziek, dan weer als een reeks fluiten en een andere keer als violen, een stel saxofoons of klarinetten. Iedereen kan zien en horen hoe Tjeu zijn ‘trukendoos’ bespeelt via de drie manualen, register en pedalen, die hij bedient om de lucht de gewenste toon, kleur en diepgang te geven.
Voorbestemd
Als je de tengere Zeijen bezig ziet met het dikke boekwerk vol druk bezette notenbalken vrees je dat hij handen en voeten tekort komt om de lucht zo door de buizen te leiden dat de noten op tijd en met de vereiste hoogte, lengte en gevoeligheid de oren van de luisteraars bereiken. Maar Zeijen is een ervaren organist, die elke buis, register, pedaal en manuaal perfect weet te bedienen. ,,Onze familie is er een van orgels. Mijn overgrootvader was naast boer ook koster/organist van de kerk van Schinnen. Rond 1900 werd mijn opa organist van Rolduc, en na de tweede wereldoorlog volgde mijn vader hem op. Ik ging vaak met mijn vader mee als hij op Rolduc speelde. Ik wist al meteen dat orgel mijn instrument zou worden, ik was door mijn familiegeschiedenis als het ware gepredestineerd, voorbestemd, om organist te worden”, zegt hij glimlachend. De kerk vult zich ineens met zonnige klanken, die mooi kleuren bij het zachtgele licht, dat door de glas in lood ramen naar binnen valt. ,,Ik schilder met klankkleuren”, zegt de aimabele organist zacht.
Zijn opleiding aan het conservatorium sluit hij met een Prix d’Excellence af. Dat betekent niet dat erna de zilvervloot binnenvaart voor hem. Hij wordt wel vrij snel organist van de Augustinuskerk in Geleen, waarvan hij ook koordirigent wordt. Daarnaast gaat hij orgel- en pianolessen geven. Op een van zijn buitenlandse reizen doet hij een ervaring op, die hem zou blijven inspireren. ,, Zo’n 25 jaar geleden was ik te gast op een orgelfestival in de Tallinn, de hoofdstad van Estland. Alle organisten van Estland werden vanuit de hoofdstad het land ingestuurd om op vaak krakkemikkige orgels van het land concerten te geven voor de mensen in de dorpen. Ik dacht meteen: ‘dat moeten we in Limburg ook gaan doen’.” Terug in Kerkrade krijgt hij burgemeester Jo Smeets meteen enthousiast voor het organiseren van een orgelfestival. ,,Daaruit is in 1991 de Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg- de SOL- voortgekomen. Dat organiseert het jaarlijkse orgelfestival Limburg, waarbij ruim 60 concerten worden gegeven op zo’n tientallen locaties in Limburg.”
Toekomst
Die SOL concerten worden vooral door oudere liefhebbers van orgelmuziek bezocht hoewel het grote doel van de SOL is om ook jongeren te interesseren voor orgel en orgelmuziek. ,,Orgelbouwer Verschueren uit Ittervoort heeft nog wel een klein soort orgel met een motor gemaakt om jeugd op een leuke manier kennis te laten maken met het instrument zodat ze sneller de stap naar een groot orgel zou kunnen maken. Maar het loopt nog niet echt storm.” Hoewel hij erg ingenomen is met zijn talentvolle leerling Luciano Meloni is hij bezorgd over de toekomst van het orgel in Limburg. ,,Ik vrees wel eens dat ik de laatste organist van deze mooie kerk ben.” Orgel heeft bij velen een bedaagd en kerks imago, geeft hij aan. ,,Het instrument wordt nog altijd veel met de negatieve kanten van de kerk geassocieerd. Ook vergt het nogal wat tijd en inspanning voordat je het instrument goed kunt bespelen. Met die moderne computergestuurde instrumenten kun je sneller muziek maken. Je hoeft daarvoor vaak niet eens les te nemen, de computer doet als het ware het werk voor je.”
Niettemin ziet hij toch een kentering in de waardering voor het orgel. ,,Nu de kerk niet meer zo dominant aanwezig is in het leven van mensen, ontstaat er meer ruimte om orgelmuziek opnieuw en anders te waarderen. Verder is de nieuwe manier om het orgels te bespelen, aantrekkelijker om naar het instrument te luisteren.” Minder zwaar en drukkend, maar lichter en helderder. ,,Vroeger was het mode om alles erg ‘gebonden’ te spelen, waardoor de muziek als een groot gesloten blok geluid blok op je overkwam. Maar nu speelt men meer gearticuleerd, waardoor je de afzonderlijke noten beter hoort en de muziek opener, attractiever en speelser wordt.” Hij laat dat meteen horen door ineens het kinderliedje ‘Altijd is Kortjakje ziek’ te spelen. Dartel en lichtvoetig huppelt dit oude kinderliedje door de kerk. Elke noot hoor je, niks geen zwaar somber gebrom, maar een ondeugend melodietje, dat meteen een glimlach oproept.
Topsport
Ook hebben orgels nu ook ‘handgrepen’, waarmee je bepaalde stukken of fragmenten van muziek kunt ‘voorspelen’ en ‘erna opslaan zodat je ze kunt ‘afspelen’ als je ze nodig hebt. ” Dat scheelt tijd en ook kracht. Want een orgel bespelen is ‘topsport’. Je moet met handen de drie manualen en de vele registers bespelen, en met je voeten de pedalen bedienen. Dat is heel wat anders dan een keyboard of een elektronisch huiskamer orgel.” En als je een werk van een van de twee grootste orgelgenieën. Bach en Franck wilt spelen moet je stevig in de schoenen staan om die mooie, maar complexe muziek ‘uit de buizen’ te krijgen.
Tjeu Zeijen heeft heel wat geleden achter zijn orgels, waarvan sommigen je alleen al door hun imposante uitstraling bang maken. ,,Ik kreeg veel last van verkrampte spieren. Op den duur dreigde het orgel een kwelgeest voor me te worden, ook omdat ik last had van faalangst. Yoga en de lessen van Gerrit Onne van de Klashorst hebben me geleerd me mentaal en fysiek beter voor te bereiden op een concert en me daardoor ook beter te kunnen ontspannen. Ik doe al veertig jaar de oefeningen van Van de Klashorst, en heb er veel baat bij.” Hij trekt aan een paar registers, begint met zijn voeten over de pedalen te dansen en tovert uit het niets een wolk van zwevende, dromerige klanken uit de honderden buizen van het orgel, dat lijkt op te stijgen.
Door Ray Simoen