Het verenigingsleven in de ruime zin van het woord kampt met een groot probleem: het ledental in stand houden. Van enige stijging van de ledentallen is vaak geen sprake meer. Kijk om je heen, naar de sportclubs, zangkoren, harmonieën en fanfares. Om het helemaal opdoeken van de vereniging uit de weg te gaan en zo het voortbestaan enigszins veilig te stellen, zit er voor menig bestuur weinig anders op dan fuseren met uitgerekend een vroegere rivaal in een nabijgelegen dorp of wijk in de stad. “Dat kan toch niet waar zijn”, roepen vertegenwoordigers uit beide kampen dan in koor. “Eén club worden met díe? Nooit van zijn leven! Wie bedenkt zulke onzin?” Als de eerste storm van het fusieplan is gaan liggen, ziet de achterban meestal de zin van het samengaan heus wel in. En leeft de ziel van de verloren vereniging via foto’s, bekers en vaantjes in de kantine nog een jaar of wat voort.”
Tekst Koos Snijders
Waar bijna niets meer van over is zijn de clubs die niet eens een kans hebben gekregen om te fuseren, maar worden opgedoekt en weggeblazen. Zoals ooit in Geleen gebeurde met VVG, Lutterader Boys, Krawinkel en het door Zef Habets opgerichte Victoria. Nooit (meer) iets van gehoord. Toch deden alle vier mee aan de competitie van de officiële Limburgse Voetbal Bond (LVB). De foto uit 1931 stelt de verdwenen en naar de Engelse Queen Victoria vernoemde voetbalclub Victoria voor. Spelers en bestuurders in het oprichtingsjaar bij elkaar, tussen de doelpalen op het voetbalterrein. Het veld lag ruw geschat achter de huizen en café Franssen, tegenover de Paterskerk aan de Rijksweg Noord.
In het seizoen1935/1936 stapte Victoria van de LVB over naar de NVB, de Nederlandse Voetbal Bond, ofwel de KNVB van nu. Na de overstap moest Victoria op zondag gaan voetballen, iets wat katholieken nog niet mochten. In maart 2012 interviewde ik de toen 93-jarige Miel van der Velpen, die over een ijzeren geheugen beschikte. “Het vaste tijdstip van half drie op zondag had gevolgen voor het lof in de Paterskerk, waar wij met onze neus tegenover lagen. In plaats van drie uur begon dat lof nu al om één uur. De paters waren bang dat anders niemand meer op zondagmiddag naar hun kerk kwam. Bij de NVB kregen we andere tegenstanders. Ze waren een stuk beter. Venlo, Rios, RFC Roermond, Armada uit Grevenbicht en VV Obbicht.” Zelf heeft Van der Velpen van 1935 tot 1940 het shirt van Victoria gedragen. In oktober 1938 moest hij in dienst. “Toen ik weer naar huis kwam bestond de club niet meer. Driekwart van de spelers was in 1939 op goede vrijdag gemobiliseerd om ons land te verdedigen tegen de Duitse vijand. Omdat Victoria niet meer bestond, ben ik bij Quick gaan spelen. Door een enkelblessure heeft dat niet lang geduurd. Vervolgens werd ik supporter van Maurits. Mijn ouders beheerden vele jaren Victoria’s clublokaal.” Het bezoek aan Miel van der Velpen, die in het bijzijn van zijn zoon John speciaal voor mij mooie herinneringen op een rij zette, zal ik niet vergeten. Het was leerzaam en maakte indruk op mij. De hoogbejaarde voormalige opzichter bij Staatsmijn Maurits overleed ruim een jaar later in 2013.
De overstap in 1936 naar de competitie van de (K)NVB bracht Victoria direct geluk: kampioen en bovendien veel toeschouwers bij de thuiswedstrijden. Het winnen van de titel werd gevierd in clublokaal Limburgia, gelegen aan de Rijksweg Zuid 47, dat op dat moment werd beheerd door de familie Zelis-Proosten. Voor wie het wil weten: er bestond nog geen naam ‘Rijksweg Centrum”. Je had alleen de Rijksweg Zuid en Rijksweg Noord. Het pand van het vroegere café bestaat nog steeds, ook al is het in een volledig andere en grotere jas gestoken. Na Limburgia waren er diverse bedrijven gevestigd waaronder Bico van Sloun en later de HEMA.
Van Jan Cobben uit Oud-Geleen zijn we te weten gekomen hoe de vereniging Victoria aan zijn einde is gekomen. Zijn vader speelde in het elftal dat in 1936 kampioen werd. De oorlog stond op het punt om uit te breken. “In 1938 was de eerste mobilisatie geweest, de dienstplichtigen werden opgeroepen om het land te verdedigen tegen de Duitse vijand. Mijn vader was een jaar lang gelegerd in Mill aan de Maas. Terug in Geleen deed hij als vanouds bij Victoria mee. In 1939 werd pa opnieuw opgeroepen, in 1940 brak de oorlog uit en het voetbal was gedaan. Overal werden soldaten gevangen genomen, behalve de koempels omdat de ‘Pruuse’ nou eenmaal kolen nodig hadden. Ook Victoria maakte barre tijden door. De trainer kreeg met de meeste moeite een elftal op de been. Nadat de Duitsers in 1940 verordineerd hadden dat de clubnaam Victoria moest veranderen, besloot het bestuur de stekker uit Victoria te trekken. Je mag gerust zeggen dat de oorlog een belangrijke rol in de ondergang van deze mooie club heeft gespeeld. Alles wat ik vertel weet ik van mijn vader Pierre. Hij overleed op zijn 68e in 1977. Victoria was zijn stokpaardje. Als we het over voetbal hadden, kwam Victoria altijd ter sprake”, glundert Jan Cobben.