Door Ray Simoen

Sinds de samenvoeging van Sittard, Geleen en Born tot één gemeente, is het al zeker tien jaar kwakkelen met het vinden van een passende naam voor wat nu nog zo provisorisch en nietszeggend fusiestad Sittard-Geleen wordt genoemd. Ook het zoeken van een geschikt smoelwerk wil het nog niet echt lukken. Lastig karwei is dat wanneer aan weerskanten van de Middenweg nog vaak de neiging overheerst om met de ruggen naar elkaar te gaan staan. Tja dan wordt het er niet eenvoudiger op om mekaar recht in de ogen te kijken en te gaan praten over een ‘gezamenlijke identiteit’ oftewel een smoelwerk, waar iedereen mee kan leven. 

Confetti

‘Swentibold’, ‘Borneo’, ‘Toon-town’, ‘Fortuna stad’ en ‘Chemelot zicht’ passeerden al de revue als kandidaat namen maar werden allemaal weer snel door de shredder verpulverd tot confetti voor als er ooit nog een leuk naamfeestje komt. Dat zou best wel eens sneller nabij kunnen zijn dan velen denken. Straks komt er een nieuwe gemeenteraad en die gaat werk maken van een naam en smoel voor het met dwarsstreepjes aan elkaar geplakt geheel van wanne be grote steden en naar adem happende kerkdörper.

Hoezo? 

Omdat vrouwen het gaan doen.

Al vaker waren het vrouwen die de rotzooi van de menkes boven en onder de Middenweg kwamen opknappen. Geen ‘optoch’ kon door de straten en stegen van het ‘Marotte riek’ trekken als niet eerst de Dörpelmaeg de zaak grondig opgeschoond hadden. Al sinds 1995 brengen De Flanèlle Lèpkes met hun originele vrouluuj zittingen een humoristisch contrapunt aan in de carnavalsgala’s die stijf staan van voornaam wuivende mannenpluimen en deftige, dikke buiken gillets. En het is aan Bertha Paulissen te danken dat sinds 1976 heel Limburg, van Eijsden tot de Mookerhei, massaal mee blèrt en sjunkelt met het carnavalsliedje dat tijdens altijd tumultueuze en chaotische finales de naar deze Geleense wethouder genoemde prijs mee naar huis mag nemen. Meteen na het eerste LVK verstomden de jammerklachten dat het Limburgs een dode taal dreigde te worden. Bertha gaf met haar leedjes konkoers het plat een booster, die nog lang niet is uitgewerkt.

Maegelkes

Zware klus wacht de ‘mechelkes’, die straks de gemeenteraad van het fusiegeval gaan leiden en de door mannen besmeurde ‘dörpel’ moet schoonmaken. Nu eens met een ‘flanelle lèpke’ vol charme, dan weer met een Scotch Brite, dat venijnig de hardnekkigste vlekken uit het verleden weet weg te schuren.

Uit de schaduw treden van Bertha Paulissen, de Dörpelmaeg en Flanélle Lèpkes is dus  beslist geen sinecure voor Yvonne Salvino, die over het GOB glaswerk zal gaan, Judith Bühler, die de CDA-kar gaat trekken, Kim Schmitz, die eerst de tranen om de ontrouw van CDA en GOB moet weg slikken om Groen Links blijmoedig aan meer zetels te helpen, en tot slot de kittige Maud Schenk-Hermans van nieuwkomer PIT. Alle vier dames, die stuk voor stuk niet op hun mondje zijn gevallen en van hun hart geen moordkuil willen maken. Geen gebrek aan elan en lef  hebben ze. Inspiratie kunnen ze vinden bij de ‘Meiden van Sittard’, de club van vrouwelijke ondernemers, die de in de versukkeling geraakte lokale middenstand al een tijdlang verast en oppept met  succesvolle, creatieve ideeën en initiatieven.

Maar wordt de politieke leidsters ook de vrijheid gegund om de borstel eens flink door het gemeentehuis te laten gaan? Wie de stoelen wil  verzetten of de meubels een andere plek wil geven loopt het risico dat een stoelpoot of een kast op een of andere lange teen terecht komt. En lange tenen zijn er zeker veel in de gemeenteraad en daarbuiten. Ook al doen ze een stapje terug, ze blijven toch scherp in de gaten houden of al die ‘nuuj mechelkes’ niet te zeer de zaak op zijn kop gaan zetten. Vertederd worden ze raadgever, klankbord of adviseur genoemd maar oudgedienden als Pieter Meekels, Andries Houtakkers en de verstokte politieke kameleon Berry van Rijswijk zullen erop toezien dat het door hen gecreëerde bestel niet van de hand wordt gedaan of bij het oud vuil wordt gezet, waar ook het bord ‘fusiestad Geleen-Sittard’ thuis hoort.

Als de vrouwen straks toch de lakens gaan uitdelen in de gemeenteraad, waarom pakken ze dan niet meteen goed door? Niet eerst als mannen pispaaltjes gaan slaan, een reukspoor uitzetten en dan oeverloos om de hete brij blijven draaien, maar direct de koe bij de hoorns vatten en girlpower tonen. Bijvoorbeeld door de naam ‘fusiestad Sittard-Geleen’ in de gft-bak te gooien en als teken van de nieuwe wind de gemeente voortaan ‘Mechelkes’  te noemen. Klinkt traditierijk, opgewekt, roldoorbrekend en innovatief.

Reageren? redactie@mijngazet.nl