Zittesje Sjnaak een allemansvriend, geen laammaeker

Door Ray Simoen

Gek op tradities is Limburg. Als twee keer achtereen een evenement heeft plaatsgevonden, wordt het meteen tot ‘traditie’ gedoopt. En wanneer de dopeling vijf jaar wordt, dan gaat de vlag nog grootser uit. Een lustrum! Dáár moet op de gedronken worden, dáár rukt de ‘fanfaar’ voor uit. En al gauw krijgt zo’n lustrumrijk feest mythische proporties, en gaat het deel uit maken van ‘ons Limburgse dna’. Dat ziet er onderhand uit als een kleurig lint van allerlei feesten en partijen, even grillig als de loop van de Maas in de loop der eeuwen. Toch zijn we al een heleboel feesten en tradities kwijt geraakt. Vroeger verslikte Limburg zich in al die feestmakerij. Vroeger, toen Limburg nog roomser was dan Rome en elke pastoor als een paus door zijn dorp paradeerde en overal zijn buikje vol at aan de ‘proof’- het beste stuk vlees van het vers geslachte varken- en met een dikke bolknak als een walmende schoorsteen in de mond van huis tot huis ging om er kelkjes wijn en eau de vie leeg te drinken.

Sjnaak

 Alle heiligen, martelaren en apostelen hadden hun eigen feestdag. En om hun hulp te verkrijgen tegen vlooien, varkenspest, winderigheid, mond- en klauwzeer, onvruchtbaarheid en jubeltenen werden ze geëerd met een feest, dat elk jaar weer gevierd moest worden: verplichte traditie, op straffe van 100 jaar extra vagevuur. De meeste oude heiligen in pij en op sandalen zijn inmiddels naar het stort van de gevallen helden gebracht. Van hun kalken beelden zijn stoepkrijtjes gemaakt. Nieuwe helden zijn er gekomen: Wereldser, minder hemels en minder braaf maar niet minder geliefd dan de heilige ‘Toonke van het vèrreke’ of ‘Sinte Berbke’ van de koelpieten.

Sittard heeft twee nieuwe helden, die een rijke traditie aan bijna religieuze verering genieten: Zefke Mols en de Zittesje Sjnaak. Beiden ook inmiddels gerekend tot het lokale dna. Nadat ze beiden hun standbeeld in het centrum hadden gekregen, versteende de aandacht voor hen niet. Integendeel, boeken, waarin de historie van de beide ‘sjnaken werd herkauwd, bleven maar verschijnen, op toeristische tours werd steeds halt gehouden bij beide ‘local heroes’ en zelfs liedjes en stadsrevues werden opgedragen aan hen. Mooi, maar wat heb je eraan als standbeeld? Als je zo van het leven heb willen genieten als Zefke en de Sjnaak dan snak je naar een ‘drupke’. De Zittesje Sjnaak kreeg zijn eigen bier in 2015, omstreeks de 60 ste herdenking van de voortijdige, betreurde dood van zijn schepper, Jo Erens. 

Het bier was gebrouwen door de kersverse brouwerij Ambrass van Max Schreuder en Yvonne van Breda. Max was in 2008 begonnen met het brouwen van bier. Net als vele amateurbrouwers in de eigen garage. Na 4 jaar, in 2014 verkaste hij naar Gats 13, waar hij in rap tempo zijn Zittesje Sjnaak meer gezelschap bood met andere brouwsels, zoals Ambrosius Tripe, Salvius, Witte Bras, Mexican Sunrise en Zittesj Blond. 

Fruitig

Bezorgt de Zittesje Sjnaak je een plezierige of een katterige ‘ambrass’ in de mond? We gaan het proberen. De kleur van deze Pale Ale is vrolijk amberkleurig.Geen verlegen bleke ale maar een met een zelfbewuste kleur op de wangen. Het schuim van de Sjnaak is mooi wit, waar we iets langer van hadden willen genieten. Fruitige geuren van sinaasappeltjes en koriander naast hop van de Belsje buren: opgewekt maar niet spannend want hop, waarmee de Belgen hun brouwsels maken, zijn allemansvrienden. Succes gegarandeerd bij de liefhebbers van makkelijke doordrinkertjes. Alleen beroerde brouwers maken er een niet te drinken soepzooitje mee. De Zittesje Sjnaak laat zich makkelijk achterover slaan. Fruitige smaken versieren makkelijk een gewillige mond. Het sinaasappeltje spurt bij de eerste slokken naar voren, erna wordt het een beetje stroever en droger. Maar dat hoeft niet onplezierig te zijn. Daardoor wordt het verlangen naar nog een slok aangewakkerd, want een droge mond vraagt om vochtigheid, en dat biedt een nieuwe slok. En met elke slok raak het flesje leger, wat ook de bedoeling is van brouwers. Slimme schavuiten zijn het. Het meedrinkende ‘mechelke’ vindt dat geen bezwaar; ,,Makkelijk doordrinkbaar bier, lekker”, luidt het oordeel. Mee eens, maar van een brouwer uit de bakermat van de Sjnaken, Zitterd was wat meer bravoure en wat meer ambrass mooi geweest. De Zittesje Sjnaak had wat rebelser mogen smaken, en had best wat meer ‘laam’ in de mond had mogen ‘maeken’.

2023-07-03T11:49:14+00:00

Deel dit verhaal, kies uw platform!

Ga naar de bovenkant