Hij wordt dit jaar 75 jaar. De laatste vijf jaar was hij voorzitter van de Stichting Jacob Kritzraedt. Tijd om het stokje over te dragen, vindt Theo Hanssen. Jack Corten volgt hem in januari 2025 officieel op. ,,We blijven alert dat er geen gekke dingen gebeuren met de vele prachtige monumenten die deze regio rijk is. Een actieve luis in de pels zijn we.”

Door Ray Simoen

Tevreden en met trots in de ogen kijken Theo Hanssen (74) en Jack Corten (65) naar de fonkelnieuwe houten bak, waarin straks grote zakken graan worden geleegd om door de Ophovenermolen tot meel te worden gemalen. ,,Bij de Molendag van 2025 zal de molen weer in gebruik worden genomen. Met de elektrificatie is de bouw van deze ‘graanbak’ het fraaie sluitstuk van de renovatie van de Ophovenermolen”, legt Theo Hanssen uit op de zolder van de fraai gerestaureerde molen aan de rand van het Sittardse Stadspark.

De Ophovenermolen is een van de monumenten, die in het bezit zijn van de Stichting Jacob Kritzraedt (SJK). ,,Ook de Gats aan de Markt van Sittard, het hofje in Ophoven en enkele vakwerkhuizen aan de Tüddernderweg behoren tot het eigendom van onze Stichting”, vult Jack Corten aan.

Juwelen

Niet uit bezitsdrang is SJK eigenaar geworden van al dit monumentaal erfgoed. Maar uit bezorgdheid om het dreigend verlies van deze juwelen van monumenten heeft SJK deze panden aangekocht, gerestaureerd en in beheer gehouden. ,,In 1952 is de SJK in het leven geroepen om te voorkomen dat een deel van de Begijnenhofwal zou worden afgebroken. Sindsdien spant SJK zich in om bedreigde panden aan te kopen, te restaureren en ze vervolgens te verhuren zoals bijvoorbeeld de Ophovenermolen en De Gats, waarin beide horecaondernemers actief zijn”, geeft de nieuwe voorzitter Jack Corten aan. 

Theo Hanssen was vijf jaar lang voorzitter van SJK. ,,Vijf mooie maar enerverende jaren want we hebben vaak hard aan de bel moeten trekken om aandacht te krijgen voor het behoud van gezichtsbepalende monumenten in deze gemeente. Zoals de inspanningen, die we samen met de Vereniging Sittards Verleden, Federatie Historie Sittard-Geleen-Born en de Bond Heemschut hebben verricht om de kloosterkapel van het Agnetenbergklooster intact te houden en een publieke functie te geven zodat bezoekers van deze stad dit juweel met zijn interieur uit de laat Barok kunnen bezoeken. En heel recent, de dreigende sloop van de 54 Stuyt woningen in het Sittardse Overhovenerheide, het laatste stuk mijngeschiedenis van Sittard. Daar verzetten we ons tegen, we vestigen de aandacht op het dreigend verlies van dit belangrijk stuk monumentaal erfgoed van Sittard.” Niet alleen laat SJK zich horen als de gemeente niet genoeg doet voor het behoud van het monumentaal erfgoed. Ook toen om onduidelijke redenen ineens het door velen ondersteunde voorstel om de brug tussen Sanderbout en Sittard naar de overleden politicus en erfgoed-pleitbezorger Peter Boudewijn te vernoemen, werd afgewezen, toen gaf SJK eveneens duidelijk blijk van zijn kritiek. ,,Triest dat dit zo moest aflopen. Peter Boudewijn heeft veel gedaan voor het behoud van het cultureel erfgoed van deze stad en Limburg”, stelt Hanssen teleurgesteld vast.

Expertise

Nu hij dit jaar 75 jaar wordt, vindt de oud-docent biologie en conrector van het Trevianum college en oud-wethouder van de gemeente Sittard-Geleen het tijd om het voorzittershamer over te dragen. ,,Toen ik hoorde dat Jack met pensioen ging, ben ik meteen op hem afgestapt om hem te vragen voorzitter van SJK te worden”, zegt Hanssen met een glimlach. De in Guttecoven woonachtige Jack Corten ging op het aanbod in. ,,Theo was mijn biologie-docent,” zegt de Guttecovenaar met een lach,- een oud docent kun je blijkbaar moeilijk iets weigeren-. Maar zijn grote ervaring en expertise op het gebied van grootscheepse restauraties en stadsvernieuwingsprojecten gaf samen met zijn gehechtheid aan deze regio met zijn vele, bedreigde monumentale juwelen de doorslag voor rustig ogende Corten om ja te zeggen tegen het aanbod van zijn oude docent van het Trevianum. 

Hanssen is zichtbaar ingenomen met zijn opvolger als voorzitter van SJK. Een blik op Cortens cv is veelzeggend. ,,Ik heb altijd in de bouw gezeten. Na de TU in Delft ben ik acht jaar in Maastricht werkzaam geweest. Voor bureau Albertz, waarvan Jo Coenen supervisor was, ben ik betrokken geweest bij de restauratie en herbestemming van het oud Gouvernementsgebouw aan de Bouillonstraat, het Jezuïetenklooster en de Nieuwenhof tot universiteitsgebouwen. Prachtig was ook de bijdrage die ik later kon leveren aan de reconstructie van het A-2 gebied in Maastricht tot wat nu de ‘Groene Loper’ is. Voor ‘de restauratie-tak’ van bouwbedrijf Laudy werkte ik in Maastricht mee aan de ombouw van de Dominicanenkerk tot de, nu zo veelgeprezen boekenzaak en de verbouwing van filmhuis Lumière, terwijl ik in Heerlen betrokken was bij de restauratie van het Glaspaleis,” zegt hij met een bescheiden glimlach.

Ook in Sittard, waar hij als puber vanuit Guttecoven naar het Trevianum reisde, was Corten actief. Zo werkte hij voor Ballast Nedam en Volkert Wessels aan de reconstructie van de Oude Markt en het Kloosterkwartier alsook aan het herbestemmen van oude monumenten. ,,En ik was lid van de Stichting Historisch Sittard, nu Federatie Historisch Sittard-Geleen-Born.” Een man dus, die weet waar het monumentaal erfgoed van de regio zich bevindt en hoe het er mee gesteld is. Zeker is dat er nog veel werk aan de winkel is voor SJK, stellen beide hoeders van het monumentaal erfgoed in deze regio. 

Bierkaai

Waar het volgens het SJK-duo vooral aan ontbreekt is oprechte en deskundige aandacht en zorg van de gemeente voor het eigen monumentaal erfgoed. ,,We doen al jaren herhaaldelijk oproepen aan de gemeente om meer inzet te tonen voor het behoud van het cultureel erfgoed. De gemeente toont amper tot geen interesse om gebruik te maken van de kennis die er in de stad is over dit erfgoed. Het is vaak vechten tegen de bierkaai. Men huurt liever een dure adviseur van buiten in dan dat men de in de stad aanwezige kennis benut”, luidt beider klacht.

Het ontbreek volgens Corten in Sittard-Geleen aan de vaardigheid en visie om tot een integrale aanpak van plannen te komen, in samenwerking met diverse partijen. ,,Voordat een plan kant en klaar wordt gepresenteerd is het belangrijk dat je met alle betrokken partijen, burgers, gemeente, aannemers, architecten en andere stakeholders samengaat zitten en bepreekt wat en hoe willen we het hebben straks. Dat verschaft aan iedereen duidelijkheid. Dat is ook de aanpak, die in het bedrijfsleven prima resultaten oplevert.” 

Met scheve ogen kijken beide SJK voormannen dan ook naar de voortvarende manier, waarop in Heerlen en Maastricht te werk is gegaan bij de nieuwe stadsplanning en -inrichting. ,,Die visie, daadkracht en volharding van deze twee steden wordt gemist in de derde stad van Limburg, Sittard-Geleen. Het wordt tijd dat de gemeente heldere keuzes maakt om de stad zowel voor ouderen als voor jongeren aantrekkelijk te maken. SJK is er zeker niet voor om elk monument te behouden, maar zorg er wel voor dat de juwelen van deze regio, zowel in Sittard zelf als in de kernen behouden, gerestaureerd en een nieuwe bestemming krijgen en ze een verbinding met elkaar krijgen,” geeft Corten aan.

Luis

Besmuikt lachend voegt Hanssen eraan toe. ,,Het zou niet gek zijn als Sittard-Geleen net als Heerlen ook zo’n activistische partij als de SP zou hebben. In Heerlen bleef de SP met succes constant hameren op het belang van een leefbare stad voor velen.” Geen SP kloon zal de SJK worden, zo benadrukken beiden. ,,Wel willen de luis in de pels zijn, we zullen blijven benadrukken dat er geen monumenten worden afgebroken voordat er een plan van opbouw is uitgewerkt. Geen gaten maken in de stad en dan maar wachten totdat er iemand komt met een idee hoe dit gat opgevuld kan worden, geeft Theo Hanssen aan. ,,Als voorzitter van SJK wil ik me ervoor inzetten dat de politiek en het publiek zich bewust wordt van de waarde van vele monumentale juwelen in de hele regio en dat deze aandacht van publiek en politiek vragen”, vult Jack Corten aan. 

Foto:

Theo Hanssen en Jack Corten voor de graanbak van de Ophovenermolen.

Foto Françoise Petersen