Dit weekend is er een van uitersten: op 4 mei herdenken wij met droefenis de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog , om een dag later vol vreugde het vrije leven te vieren met Bevrijdingsdag.

Helaas worden deze vieringen dit jaar overschaduwd door een opkomend anti-semitisme in onze samenleving. De ‘resonansgroep Jodendom’ binnen de Katholieke Kerk in Limburg waarschuwt tegen dit misplaatst gedrag: “Haat mag geen plaats krijgen in onze harten”, schrijft de groep en zij roept de Limburgse katholieken mede namens het bisdom op tot een voortdurende zelfreflectie op hun houding tegenover joden. “Zoals er in de Rooms-Katholieke Kerk gelovigen zijn in alle soorten en maten, van uiterst behoudend tot zeer liberaal, zo geldt dat ook voor de Joodse gemeenschap. Een Jood met haat bejegenen, omdat je denkt te weten waar deze Jood voor staat, dat is racistisch en antisemitisch. En als je weet waar deze Joodse medemens voor staat en je bent het daar niet mee eens, dan is haat geen optie. De enige mogelijkheid is om met elkaar in dialoog te gaan, als daar openheid voor is, en van elkaar te leren of anders respectvol van mening te verschillen.” Ook paus Franciscus veroordeelt alle vormen van antisemitisme. Hij noemt het verschijnsel ‘een zonde tegen God’.

De resonansgroep van het Bisdom maakt zich niet voor niks zorgen: “De Jodenhaat is niet meer ondergronds, maar wordt openlijk verheerlijkt. Het antisemitisme manifesteert zich dagelijks, van school tot universiteit, van treinstation tot zelfs in de Tweede Kamer. Waarom worden Nederlandse Joden bedreigd? Ze maken niet het beleid van Israël.”

In Limburg wonen ongeveer 500 joden tegenover zo’n 50.000 landelijk. Daarnaast zijn er Limburgers met Joodse voorouders. Want Joden horen ook bij de geschiedenis van Sittard-Geleen, die teruggaat tot in de middeleeuwen. Verschillende plekken in de Gemeente herinneren ons hieraan, denk aan de Jodenberg in Grevenbicht of aan de voormalige Joodse begraafplaats bij Fort Sanderbout aan de Sittardse Stadswal. Plaquettes in de Molenbeekstraat en Plakstraat in Sittard herinneren aan de synagogen die daar gevestigd waren en op verschillende plaatsen zijn gedenktekens aangebracht ter nagedachtenis aan Joodse medeburgers die door de bezetter zijn weggevoerd en vermoord, zoals op de gevel van het Gemeentehuis in Geleen.

Maatschappelijk gezien waren Joden geïntegreerd in het plaatselijk leven. Ze waren actief in het slagersvak, de paarden- en veehandel en in de detail- en kledinghandel. Ook namen zij deel aan het jaarlijkse carnaval. Na 1933, met de machtsovername in Duitsland, vestigden vele Joodse vluchtelingen zich in het nabij de grens gelegen Sittard.

 

Herdenken om te herinneren

Behalve met 4 en 5 mei herdenken wij vervolgingsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog met zogenaamde ‘Stolpersteine’. Naast Joden werden ook Sinti en Roma, gehandicapten, jehova-getuigen en homoseksuelen slachtoffer van haat en kwade ideologieën. In onze Gemeente zijn tot nu toe 143 Stolpersteine aangebracht.

Op 4 mei herdenken wij vele families uit Sittard en Geleen, maar ook uit de omringende dorpen, zoals de familie Steinbach uit Buchten, de families Lichtenstein en Kaufmann uit Einighausen en de families Steinberg en Croonenberg uit Grevenbicht.

Laten wij nooit vergeten wat deze mensen en hun families en ons allen destijds, zo’n 80 jaar geleden, is aangedaan en altijd herinneren dat wij allemaal mensen zijn van dezelfde oorsprong die leven heet en dat wij de moed hebben over zogenaamde verschillen heen te stappen en voor elkaar op te komen.

 

Programma 4 en 5 mei

De dodenherdenking begint op 4 mei om 18.30 uur met een interkerkelijke zang- en gebedsdienst in de Grote Kerk. Ds Jolien Leeffers en deken Rob Merkx zijn de voorgangers. Ook de Joodse gemeenschap en het Apostolisch Genootschap verlenen hun medewerking.

Om 19.10 uur vertrekt een stille tocht vanuit de Grote Kerk naar het monument op de Markt, waar kransen worden gelegd. Daarna gaat de stille tocht naar de Algemene Begraafplaats Sittard (Vrangendael). Loop mee en getuig dat wij dit – de uitsluiting en de moord op onze medemensen – nooit meer willen.

 

 

 

Foto

Deze Joodse familie woonde in Grevenbicht en is in de Tweede Wereldoorlog afgevoerd naar een concentratiekamp in Duitsland en daar vergast. Vader Arthur Croonenberg, moeder Lena en de kinderen Erna en Julien.

De Croonenbergstraat in Grevenbicht verwijst nog steeds naar dit drama van destijds. Dat toch nóóit weer!

Credits Regioarchief Sittard-Geleen | Fotocollectie M. Keybeck-Hamers, Grevenbicht