Op zondag 28 mei wordt het eerste exemplaar van de biografie ‘Het Kanon’ uitgereikt. De titel van het boek is vernoemd naar de bijnaam van oud-Fortunees Bram Appel vanwege zijn verwoestende schot. De uitreiking in het Fortuna Museum gebeurt vóór aanvang van de wedstrijd Fortuna Sittard-NEC. Een symbolische locatie, want het museum is de plek waar de auteurs Martijn Schwillens en Bob Thomassen in 2021 een begin maakten met hun onderzoek en de eerste interviews plaatsvonden voor de biografie. Appels’ dochter Viviane neemt het eerste exemplaar in ontvangst. ‘Het Kanon’ is vervolgens verkrijgbaar in de boekhandel.
Door Koos Snijders
Martijn Schwillens en Bob Thomassen vinden dat de betekenis van de goalgetter voor het Nederlandse profvoetbal groot is. “Zijn levenswandel leest als een roman”, vindt het tweetal. “De markante persoonlijkheid Appel kende een opmerkelijke carrière. Zo was hij in de oorlogsjaren actief voor Hertha BSC en nam hij in 1953 als speler van Stade de Reims het initiatief voor de Watersnoodwedstrijd, dat de opmaat bleek voor het betaald voetbal in Nederland. Na zijn seizoenen bij Stade de Reims vertrok Appel naar Fortuna’54.”
De Rotterdammer wordt op jonge leeftijd tewerkgesteld in Nazi-Duitsland, waar hij zich aan de ellende kan onttrekken door te spelen voor Hertha BSC. De auteurs: “In Berlijn baart hij opzien door in wedstrijden van een Nederlands dwangarbeiderselftal te weigeren om de Hitlergroet te brengen. Bij zijn terugkeer in Nederland wordt hij door KNVB-voorzitter Lotsy geschorst omdat hij in Duitsland heeft gevoetbald. Het is het begin van een aanhoudend conflict met Lotsy, waardoor Appel tot slechts twaalf interlands voor het Nederlands Elftal komt. De midvoor was bijna 27 jaar toen hij 1948 debuteerde in Oranje en schoot direct twee keer raak. Door zijn profstatus in Reims kwam de spits jarenlang niet in aanmerking voor Oranje, dat in die tijd nog bestond uit amateurs. Zeven jaar na zijn debuut mocht hij tegen België zijn tweede interland spelen, uitslag 2-2. Opnieuw maakte de Fortunees twee doelpunten.”
Bram Appel (1921-1997) was een ouderwetse midvoor zoals deze niet meer bestaan. In het strafschopgebied wachtte de ‘spits met nummer 9’ ongeduldig op de bal. Bij Fortuna ’54 kwamen de voorzetten van de buitenspelers Carlier en Angenent zonder uitzondering bedoeld om de bal voor de voeten of op het hoofd van de goaltjesdief te leggen. Appel stond dan immers klaar om de aanval met een hard schot of ferme kopbal af te ronden.
Bram Appel droeg de kleuren van meerdere clubs waaronder liefst vier stuks in Den Haag, VV Sittard, Hertha BSC Berlin, Lausanne Sports, Stade de Reims en Fortuna ‘54. In 1949 vertrekt hij naar Frankrijk. Met de absolute topclub Stade de Reims wordt hij kampioen, wint de Coupe de France en legt beslag op de Copa Latina ofwel de voorloper Europa Cup I. In 1953 maakte Appel de winnende treffer in de beroemde ‘watersnoodwedstrijd’ tussen de in het buitenland spelende Nederlandse profs en het Frans nationale elftal. In het seizoen 1955-1956, kort na de invoering van het betaald voetbal in ons land, keerde ‘Het Kanon’ na succesvolle voetbaljaren in het buitenland terug naar Nederland. Ook al blonk hij bij zijn Franse kampioensploeg Stade de Reims vaak uit, de lokroep van Fortuna ’54 was zo sterk dat hij deze niet kon weerstaan. Met de profclub uit Geleen brak voor Bram Appel, die intussen de jongste al niet meer was, de volgende en tevens laatste periode van successen aan. Om te beginnen scoorde hij in 1957 drie keer in de gewonnen bekerfinale tegen Feyenoord. In hetzelfde jaar eindigde Fortuna ’54 in de eredivisie op de tweede plaats achter Ajax. Met de bijzondere vereniging van voorzitter Gied Joosten en manager Huub Adriaans voetbalde Appel tegen Europese topclubs als Real Madrid, Chelsea, West Ham United, Austria Wien, Monaco, Galatasaray, Arsenal, Rode Ster, het nationale elftal van België en zijn voormalige club uit Reims. Nota bene voor eigen publiek in Reims werd de Europese topclub met liefst 5-0 door de Geleners verpletterd. Een staande ovatie van zijn vroegere Franse supporters viel Appel ten deel. Tegen de Braziliaanse landskampioen Botafogo met sterspelers als Garrincha, Didi en Zagalo in het uitverkochte Mauritsstadion verschalkte het Kanon de keeper van de club uit Rio de Janeiro mooi twee keer.
Bram Appel voelde zich thuis bij Fortuna ’54 en woonde met zijn gezin graag in Geleen. Wanneer hij overdag in de winkelstraten werd gesignaleerd en jeugdige supporters op hem afstormden en vroegen voor een foto met handtekening werden ze door Appel vriendelijk op hun wenken bediend. Op zijn 39ste hield de spits het na vier seizoenen en 61 competitiegoals bij Fortuna ’54 voor gezien. Bij alle clubs waar Appel voetbalde had hij in de spelersgroep als een leider gefungeerd. Vandaar dat het min of meer al jaren eerder vaststond dat hij na zijn actieve voetbalcarrière als trainer zou terugkeren. Appel werd inderdaad trainer en wel bij Volendam, PSV, Fortuna ’54, Beringen en Eindhoven. Met PSV won hij de landstitel. Bij dit kampioenschap in 1963 mag niet onvermeld blijven dat de inbreng van voetballers uit Limburg (Van Wissen, Hoenen, Giesen) en vooral Geleen (oud-Maurits spelers Donners, Kerkhoffs) belangrijk was. In het laatste seizoen 1967-1968 van Fortuna ’54 keerde hij even terug als trainer. Na zware nederlagen tegen Twente, PSV en Xerxes moest de offensief ingestelde trainer Appel plaatsmaken voor zijn assistent Henk Reuvers.
Zoals gezegd, Bram Appel voelde zich thuis in Geleen en stapte van het trainersvak makkelijk over op zijn nieuwe baan als adviseur bij het Bouwfonds voor Limburgse Gemeenten in zijn woonplaats. In 1997 overlijdt hij op 75-jarige leeftijd in zijn woonplaats Geleen.