2024: Een groot gevoel van opluchting gaf de voltooiing van het laatste deel van mijn in het Sittards geschreven thriller trilogie. In november kon ik ‘Igor’ publiceren nadat ik in 2016 met ‘Mo’ en in 2021 ‘Syl’ aan dit drieluik was begonnen. Het schrijven van deze drie delen was zowel literair als persoonlijk een erg ingrijpende ervaring. Stoer vonden velen het dat ik thrillers ging schrijven in het Sittardse dialect. Want thrillers in het Sittards dialect, kon dat wel, zou dat aantrekkelijk en spannend om te lezen zijn? Maar ik wilde aantonen dat je zeker een literair genre als een thriller in het Sittards kunt schrijven. Schrijven in het Sittards kan veel meer zijn dan verhalen vertellen over tante Miep en d’ouwe zandweg of over al die kapelletjes in het veld bij die liefelijk ruisende beekjes. De vele media-aandacht voor mijn ‘experiment’ sterkten me in mijn overtuiging dat het dialect lang niet op sterven ligt. Integendeel, als studentendecaan merk ik dat jongelui veel in hun eigen dialect met elkaar praten en whatsappen. Het gaat dan wel niet exact volgens de Veldeke-regels maar daar gaat het niet om, ze houden wel het dialect van hun dorp of stad levendig. Ik heb mijn thrillers ook niet volgens het boekje met regels van ‘Schelberg’ geschreven, we spreken niet meer het Sittards van 1930. Ik schrijf modern Sittards, doorspekt ook met anglicismen.
Persoonlijk betekende het schrijven van de thrillers ook veel voor me. Ik heb er tal van autobiografische elementen in verwerkt, vooral in ‘Igor’. Ingrijpende ervaringen van een relatie met een gewelddadige narcistische psychopathische man heb ik een plaats kunnen geven in Igor, dat vanuit het perspectief van ‘de dader’ is geschreven. Het voorafgaande boek, Syl, heb ik vanuit het perspectief van het vrouwelijke slachtoffer geschreven. Tegelijk bevatten de thrillers, zeker Igor, kritiek op de Sittardse gemeenschap. Die heeft me aan mijn lot overgelaten toen deze psychopathische relatie mijn leven tot een hel maakte. Het schrijven van de thrillers heeft dan ook helend en bevrijdend gewerkt voor me. Vandaar de voldoening over dit ‘happy end’. Het beetje geld dat ik verdiend heb met mijn thrillers heb ik gestoken in een luisterversie ervan. Daarbij heb ik erg veel hulp gehad van Mark Verblakt. Helaas verkocht deze versie niet goed. Daarom denk ik erover om een podcast te gaan maken.
2025: Dit jaar ga ik trouwen. Met Maurice Hinzen. Maurice is de komende twee jaar de stadsdichter van Kerkrade en hij is net als ik ‘verslingerd’ aan schrijven, hij aan het Ripuarisch van Kerkrade: Toneelstukken, eenakters, lichtvoetige poëzie, liedteksten en vertalingen. Net als ik schrijft Maurice over alles waar hij inspiratie in vindt. Voordat we gaan feesten gaan we rust zoeken in het Franse dorpje Herry. Daar kan ik verder denken over het uitgeven van de gedichten, die ik thuis nog heb liggen en over het schrijven van young adult boeken. Schrijven doe ik niet omdat ik het leuk vind, maar omdat het in mijn bloed zit.”