Tekst Koos Snijders

Het overlijden van Willy Dullens kan geen liefhebber van de voetbalsport zijn ontgaan. In ons land stond elk zichzelf respecterend nieuwsmedium stil bij het kortstondig heldendom en de dramatiek die de carrière van de 79-jarige Dullens kenmerkten. Een dag na het overlijden van de oud-voetballer vroeg de uitgever van MijnGazet aan ondergetekende om een verhaal over Willy Dullens te schrijven. Een ‘persoonlijk iets’ nog wel. Dat het artikel pas bijna twee weken na diens heengaan in de 14-daagse krant MijnGazet zou worden gepubliceerd, was volgens de uitgever geen reden om het overlijden van de geliefde voormalige speler van Sittardia en de Fortuna Sittardia Combinatie te negeren. Ik heb geruime tijd geprakkiseerd over het verhaal en uiteindelijk het volgende bedacht. Voor het boek ’40 jaar betaald voetbal in de Westelijke Mijnstreek’, dat Fortuna Sittard in 1999 uitbracht interviewde ik Willy Dullens bij hem thuis, in het bijzijn van zijn echtgenote Jeanny. Het was mijn persoonlijke kennismaking met hem. Uit dit interview haal ik vandaag een paar stukjes tekst naar voren.

Sittardia’s trainer Frans Debruijn werd voor het begin van het seizoen 1965-1966 opgevolgd door Jung Schlangen. Sittardia was uit de eredivisie gedegradeerd. De oud-trainer van Roda JC en Fortuna ’54 zag in dat het fundament van de selectie gezond was. De opdracht die Schlangen van het bestuur kreeg was helder: onmiddellijk terug naar de eredivisie. Bij de competitiestart in Volendam verpletterde Sittardia de palingboeren met 9-1. Dat was het begin van een superseizoen, dat in mei 1966 werd afgerond met de terugkeer naar de eredivisie. Schlangen had de opdracht om direct terug naar de eredivisie te keren in daden omgezet. Het goede voetbal van Sittardia stond in de belangstelling. Bondscoach George Kessler zag de ploeg aan het werk en erkende blij verrast te zijn. 

Het acteren van de jonge spelbepaler Willy Dullens bleek het hele seizoen een openbaring. Niet alleen de eigen supporters genoten van het 21-jarig talent, overal in het land gingen toeschouwers rechtstaan zo gauw als Dullens aan de bal was. Na de winterstop maakte hij voor het eerst zijn opwachting bij de centrale training van het Nederlands elftal; op 17 april 1966 debuteerde Dullens in de met 3-1 gewonnen derby tegen België. De debutant was de revelatie en uitblinker. Een maand later werd hij uitge­roepen tot beste Nederlandse voetballer van het jaar. Toon Hermans reikte een bronzen beeld uit aan de voormalige jeugdspeler van het kleine Broeksittardse Almania. De kranten stonden er vol van. Binnen- en buitenlandse topclubs stonden voor het supertalent in de rij en waren bereid diep in de buidel te tasten. Sittardia bood het talent een verbeterd contract aan. Ondanks de aanlokkelijke aanbiedingen bleef de speler ‘zien Zitterd’ trouw. “Ik was jong en meende dat mijn grote kans heus nog wel ging komen”, zei Willy in het interview. Maar zijn voetbalcarrière zou abrupt worden beëindigd.

“Het liep lekker tegen Vitesse. We stonden met 4-1 voor, geen vuiltje aan de lucht. Ik passeer twee spelers, de laatste pakt mijn trui vast en we vallen allebei. Ik voelde het direct, dit is ernstig.” Na een gedwongen pauze van twee maanden stond de stervoetballer tegen het Amsterdamse DWS weer in het veld, het werd van kwaad tot erger. “Mijn knie draaide ongeveer helemaal rond.” Van beide benen moest de meniscus worden verwijderd, de twee kniebanden waren gescheurd, van het rechterbeen werd de kruisband ingekort.” Dullens kon niet meer voetballen en werd op zijn drieëntwintigste in 1968 afgekeurd. Wat overbleef waren de steunbetuigingen, de plakboeken en herinneringen aan een grandioze periode. Ajax en vooral Johan Cruijff trokken zich het lot van de pechvogel aan. Alemannia Aachen speelde in augustus 1969 een benefietwedstrijd tegen Ajax in het Olympisch Stadion. De opbrengst van de match met 60.000 toeschouwers was bestemd voor de jongeman wiens droom een grote voetballer te worden slechts voor een deel werd vervuld. 

Willy Dullens heeft jong en oud doen genieten. De keren dat hij als beste man van het veld werd uitgeroepen, zijn haast ontelbaar. Aan het seizoen 1965-1966 bewaart hij zijn beste herinneringen. “Bondscoach Kessler stelde mij op in Jong Oranje en liet me debuteren in het grote Oranje. Dan mijn interlands tegen Schotland, CSSR en Denemarken. Voetballer van het jaar. Met Sittardia kampioen en promoveren naar de eredivisie. Het ging vanzelf, wat waren we sterk.” De dramatische wending van een veelbelovende carrière als topvoetballer is Dullens niet in de koude kleren gaan zitten. “Het was moeilijk om de klap te verwerken, heel moeilijk. Zoals ik al zei rekende ik erop dat mijn grote kans heus wel zou komen. Sittardia had zich tot het uiterste ingespannen om mij te behouden. Jaren later vernam ik uit betrouwbare bron dat de besturen van Anderlecht en Sittardia rond de tafel hebben gezeten en de club uit Brussel een half miljoen voor mij wilde betalen. Een recordbedrag in die tijd. Wat ik betreur, is dat het gesprek volledig buiten mij om is gegaan. Ik heb er nooit iets van af geweten”, besloot Dullens ons gesprek in 1999.

In 2022 werd bij Willy Dullens de ziekte van Alzheimer vastgesteld. Hij was zich hier terdege van bewust en ging niet bij de pakken neerzitten. Wat hij vervolgens wel deed was gemakkelijk praten over zijn ziekte en meehelpen om dementerende voetbalsupporters op hun maandelijkse bijeenkomst in het Fortuna-stadion een mooie middag te bezorgen. Als hij eenmaal op deze ‘Football Memories’ was gearriveerd, hoorde je in de zaal meteen zachtjes ‘Willy, Willy’ fluisteren en roepen. Dat waren mooie en indrukwekkende momenten van herkenning, voor Willy zelf en voor de dementerende supporters, die om een foto van zichzelf samen met hun jeugdidool vroegen. Elk verzoek willigde Nederlands beste voetballer van 1966 in. En niet zomaar: zonder uitzondering met een trotse lach. Willy Dullens, de herinneringen aan zijn uniek voetbaltalent leven voort.    

FOTO:

Willy Dullens met een van zijn dankbare supporters tijdens Football Memories in het Fortuna-stadion. (Foto: Koos Snijders)