MIJNGazet | pagina 11
Colofon
Advertenties
advertenties@mijngazet.nl
Maurice de Wit
06 - 3971 7715
maurice@mijngazet.nl
Redactie
redactie@mijngazet.nl
Bas van Heel
06 - 2786 0582
bas@mijngazet.nl
Website
www.mijngazet.nl
Opmaak/webdesign
Bee in Media
Druk
Janssenpers Gennep
Bezorging
Spotta
Bezorgklachten
weekbladen@spotta.nl
MIJNGazet ligt voor u klaar bij steunpunten
in de gehele Gemeente. In Geleen
zijn dat Gelaen31 (Salmstraat), Rousseau
Chocola (Markt), Stadskantoor Gemeente
(Markt), Jumbo (Bloemenmarkt),
Jumbo (Pastoor Vonckenstraat), Zorg- en
Veiligheidshuis (Geleenbeeklaan), De
Zuidkamer (Zuidhof), Bibliotheek Geleen
(Salmstraat). In Munstergeleen Plus
Velzen (Peterstraat). In Born De Kiosk
(Kerkstraat), Bibliotheek Born (Prinsbisdomstraat).
In Grevenbicht Albert Heijn
(Houtstraat). In Sittard Het Goed (Rijksweg
Zuid), VVV Sittard (Rosmolenstraat),
Boekhandel Wim Krings (Brandstraat) en
Jumbo Moonen (Romeinenstraat), Bibliotheek
Ligne (Ligne).
VERZET?! - Expositie
over verzet in WO2
in Sittard-Geleen
Op 13 september opent burgemeester Hans
Verheijen in museum Het Nieuwe Domein
aan de Kapittelstraat 6 in Sittard de expositie
‘VERZET?! Sittard-Geleen tijdens WO2’.
Bijna tachtig jaar geleden - op 18 en 19 september
1944 - werden Geleen, Sittard, Born
en een aantal omliggende kleinere gemeenten
door de geallieerde strijdkrachten bevrijd van
de Duitse bezetter.
De afgelopen decennia zijn er regelmatig exposities
geweest over de Tweede Wereldoorlog
en de bevrijding, maar het verzet tijdens
de bezetting werd tot op heden nog niet met
een expositie belicht. Reden voor RegioArchief
gemeente Sittard-Geleen en museum
Het Nieuwe Domein om de tentoonstelling
VERZET?! te presenteren. De expositie
biedt een gevarieerd beeld van het verzet in
Sittard, Geleen, Born en een aantal kleinere
gemeenten en is mede tot stand gekomen
door bijdragen van familieleden van inwoners
die in de Tweede Wereldoorlog verzet hebben
gepleegd. U kunt deze tentoonstelling tot en
met zondag 5 januari 2025 gratis bezoeken.
Dagelijks van 11:00 tot 17:00 uur.
Lezing Frank Ruber over Grevenbicht tijdens de Tweede Wereldoorlog
Het is dit jaar tachtig jaar geleden dat
het zuiden van Limburg bevrijd werd.
Op 19 september bereikten de Amerikaanse
troepen Grevenbicht. Precies
tachtig jaar later -op donderdag 19
september 2024- verzorgt historicus
Frank Ruber een lezing over de Tweede
Wereldoorlog in Grevenbicht.
Na de invasie van de geallieerde troepen in
Normandië op 6 juni 1944 begon de opmars
richting Duitsland. Op 12 september bereikten
de Amerikanen de Nederlandse grens bij
Mesch en binnen een week lukte het hun de
Duitse bezetters te verdrijven uit het grootste
deel van Zuid-Limburg. Op 19 september
verschenen enkele Amerikaanse Jeeps in Grevenbicht.
Het dorp zou drie maanden frontgebied
blijven. In de presentatie komt het leven
voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
in Grevenbicht aan bod. Een verhaal over de
aantrekkingskracht van de NSB, inkwartiering
van Nederlandse militairen, gevechten aan
het Julianakanaal, granaten vanuit België,
neergeschoten bommenwerpers, de moord
op joodse dorpsgenoten, verzetshelden in de
Berghaven en de komst van de bevrijders op
19 september. De presentatie over Grevenbicht
in de Tweede Wereldoorlog vindt plaats
op de Beegse Bevrijdingsdag om 19.30 uur in
het Podiumkerkje aan de Heilig Kruisstraat.
Aanmelden voor de presentatie kan via de
website van het Podiumkerkje of via de mail
reserveringen@podiumkerkje.nl met vermelding
van het aantal personen en “Beeg 80 jaar
bevrijd”. Er is geen entree, een vrije bijdrage
wordt op prijs gesteld.
‘Limburgs plat’ nog niet rijp
voor Champions League
van Streektalen
Door Ray Simoen
Friesland kreeg ruim een week geleden een
invasie van Limburgers te verstouwen. Niet
zomaar een stelletje ‘fitserenners’, die de
Elfstedentocht kwamen afjakkeren voor ‘de
joeks’ of een goed doel, met na afloop een
bier-estafette en het lallen van ‘ wie sjoen os
Limburg is’ op de terrassen van Ljouwert, zoals
Leeuwarden in het Fries heet. Nee, maar liefst
veertig Statenleden, geleerde ‘köp’ van Veldeke
en de Limbörgse Academie trokken naar het
Noorden. Samen met cultuurdeputé Jasper
Kuntzelaers en diens ambtelijke hofhouding.
Vier uur zaten zij in de bus om in Leeuwarden
uit te gaan vogelen wat de Friezen allemaal
doen om hun taal te behouden en te voldoen
aan de regels, verbonden aan deel III van het
Europees Handvest voor Regionale Talen, ook
wel ‘de Champions League van de regionale
talen’. Limburg speelt sinds 1997 in een lagere
League, die van deel II van datzelfde Europese
Handvest. Maar Limburg wil ook in de
Champions League van de regionale talen gaan
spelen.
Knuppels
In Leeuwarden werd de Limburgers fijntjes
voorgehouden dat de Friezen fel, zelfs met de
vuist en knuppels, hadden gestreden voor hun
taal. Zo was het op vrijdag 16 november 1951
het voor het Paleis van Justitie van Leeuwarden
tot een gevecht gekomen tussen met
gummistokken en waterkanonnen gewapende
agenten en een met ‘knuppels’ uitgeruste
Friese menigte. In het Paleis van Justitie
moest toen, die vrijdag, een journalist terecht
staan omdat een rechter zich beledigd voelde
door die journalist. Deze had het opgenomen
voor een Friese dierenarts die zich eerder in
de rechtszaal niet had mogen verdedigen in
het Fries. Een Kneppelfreed- Knuppelvrijdag
heeft Limburg nooit gehad. Met andere
woorden; ,,Zijn jullie Limburgers wel bereid
om op de vuist te gaan voor jullie taal?”, luidde
de impliciete boodschap. ,,Wij knielen alleen
voor God”, werd het Limburgse gezelschap ook
voorgehouden door de Friezen. Dat is heel wat
anders dan ‘hiej bie os’, waar ze de knieën vaak
gewillig bogen voor allerlei vreemde bazen, die
hier de lakens kwamen uitdelen, maar ook voor
tal van andere heerschappen, van pastoors tot
mijndirecteuren, wielerronde-prinsessen en
prinsen carnaval. Schrikken was het evenzo de
bus Limburgse taaltoeristen toen ze hoorden
dat Friesland jaarlijks tien miljoen euro
uitgeeft voor hun taal en het behoud van status
III. En dat de Friese provincie ook nog eens
tien ambtenaren in dienst heeft, die dagelijks
bezig zijn met de Friese taal bescherming. Cultuur
deputé Kuntzelaers zal wit weggetrokken
zijn van schrik toen hem daarbij werd verteld
dat zijn Friese collega 70 procent van haar
tijd kwijt is aan het bevorderen van het Fries.
‘Waar haal ik dan nog de tijd vandaan om ook
nog carnavalszittingen bij te wonen, bekers uit
te reiken, linten door te knippen, ‘cultuurbeleid
te maken’ en Statenleden te vriend te houden’
moet de gezette Venlonaar gedacht hebben.
Snoepreisje
Gelukkig hoefde het Limburgse gezelschap
na deze drukke dag niet meteen terug met de
bus. Dat zou te zwaar zijn. Na een Friese nacht
keerde het gezelschap de volgende dag weer
huiswaarts. Maar als ze die avond niet te zwaar
in het glaasje hebben gekeken, hadden ze
meteen erkend dat die hele reis niet nodig was
geweest. Want wat de Friezen doen voor hun
taal is al lang bekend. En wat ‘Brussel’ vraagt
van taalregio’s om voor de prestigieuze status
III van het Europees Handvest in aanmerking
te komen, staat duidelijk op de website van
‘Brussel’ te lezen. Het was een duur snoepreisje
voor de bühne. Kuntzelaers had eerst gezegd
dat hij er niet veel voor voelde om werk te maken
van het verwerven van status III. Dat zou
hem en de provincie opzadelen met een hoop
zware, vooral ook financiële, verplichtingen.
Maar hij trok zijn keutel in toen Statenleden
onder druk van de Limburgse streektaallobby
hem aan het verstand brachten dat ze geen
boodschap hadden aan zijn ‘njet’. Een reisje
naar Leeuwarden zou de cultuurdeputé dus
ook weer wat krediet opleveren bij de Staten.
En hij zou meteen ook een wit voetje halen
bij de Raad van Europa. Die had Limburg op
de vingers getikt dat ze sinds 1997, toen het
Limburg de officiële erkenning van streektaal
kreeg (status II), weinig werk had gemaakt van
het uitvoeren van een eigen taalbeleid: iets, wat
Kuntzelaers niet anders kon dan volmondig
beamen. Daarom krijgt nu Bureau Berenschot
de betaalde opdracht om het verschil tussen
status II en status III in kaart te brengen.
Een overbodige en dure opdracht. Dat verschil
is al lang duidelijk. En als het dat nog niet helder
is, dan hadden ze dat op het Gouvernement
sinds 1997 al lang klip en klaar moeten hebben.
Kuntzelaers heeft echter wel een punt als hij
zegt: ,,Laten we nu eerst eens stevig werk maken
van de verplichtingen die horen bij status
I I. Daar hebben we voorlopig de handen vol
aan. En erna kijken we of we klaar zijn voor de
veeleisende status III.”
Het is met het Limburgs als net als met Limburgse
voetbal. Roda, MVV, en VVV moeten
laten zien dat ze eerst een goed mee kunnen
komen de Keukendivisie voordat ze rijp zijn
voor een stap hoger, de eredivisie.
/www.mijngazet.nl
link
link
link
link
link
link