Visit Zuid-Limburg Vakantiekrant 19
De ontdekking
van het
Kelmonderbos
Huis Genbroek
Wie het gebied inloopt, geniet eerst van
een park in Engelse landschapstijl dat ach-ter
Huis Genbroek ligt. Op de grote vijver
dobberen eenden, waterhoentjes, Nijlgan-zen
en grote Canadese ganzen rond. Om-dat
zij hier van de wandelaars regelmatig
iets toegestopt krijgen, slaan ze niet op de
vlucht, maar komen ze eerder bij je kijken.
Het kasteel werd oorspronkelijk gebouwd
als boerderij, maar kreeg in de zeventiende
eeuw zijn huidige statige uiterlijk. Omdat
het kasteel particulier bewoond wordt,
kun je het helaas niet bezichtigen, maar
de omgeving maakt dat meer dan goed.
Al snel komen we bij een grote beuk waar
een donker sfeertje hangt. We zien een mo-numentaal
bruggetje over de Keutelbeek
met daarnaast een stenen poortje met een
ijzeren deurtje. Mijn dochter Agnes kan
haar enthousiasme niet bedwingen en haalt
halsbrekende toeren uit om naar binnen te
kunnen kijken. Het blijkt een bronhuisje, in
de negentiende eeuw aangelegd voor het
oppompen van drinkwater voor het kasteel.
Iets verder naar achteren leidt een paadje
je naar een ondergrondse wereld. Het blijkt
de oude ijskelder, de voorloper van onze
huidige koelkast. In de winter haalden de
kasteeleigenaren ijs uit de vijvers, zodat
het in de ijskelder tot diep in de zomer
aangenaam koel bleef. Ernaast ligt een
oude omgevallen beuk met grote padden-stoelen,
ideaal van onderen te bekijken zo
vanuit de diepte.
Keutelbeek
Dan volgen we de loop van de Keutelbeek,
toch wel een bijzondere naam voor een
beek. Het betekent zoiets als ‘kleine beek’,
toch minder gek dan het lijkt dus. De beek
mondt na slechts zeven kilometer uit in de
Geleenbeek. Over een tweede vijver zien
we het kasteel, dat verder aardig verstopt
staat achter de beplanting, voor het eerst
goed. Ook de Keutelbeek verstopt zich
regelmatig. Overhangende varens die lang-zaam
vergaan ontnemen af en toe het zicht
op het water. Het pad met de oude bomen,
het water en het grasland geven het
landgoed allure. Aan het einde van het pad
staat wederom een reus van een beuk als
ijkpunt. Als we bij deze beuk even op het
bankje uitrusten, kijken we over het water
terug naar het kasteel. Wat een plaatje.
Geverik
“Oh tof”, klinkt het. Het is Agnes die ziet
dat het volgende pad een smal paadje is.
Het leidt via de pas geoogste graanvelden
naar het gehucht Geverik. Meteen zien we
een zwingelput, een houten puthuisje met
een katrol om het water naar boven te
halen. Deze waterputten zijn meestal te vin-den
in hoger gelegen buurtschappen waar
geen schikking was over een beek voor
het drinkwater. Via de monumentale hoeve
Geverikerhof, die hier reeds meer dan 400
jaar staat, lopen we Geverik weer uit.
“Staat daar nu een kapel
midden op de weg?”
Kelmond
Oude zandwegen over de landerijen en lan-ge
oude bomen brengen ons richting het
gehucht Kelmond. “Staat daar nu een kapel
midden op de weg?”, en Agnes is niet de
enige die het zich afvraagt. Het is een apart
gezicht, deze Mariakapel. Ooit stond hier
een wegkruis, dat later een houten kapel
is geworden. Sinds 1903 heeft deze stenen
kapel het overgenomen. Maar waarom deze
nu midden op de weg staat? Dat blijft een
raadsel.
Levensbomenbos
De volgende halte is het Levensbomen-bos.
In dit bos staan bomen ter ere van
een speciale gelegenheid of om iemand te
gedenken. Wie goed kijkt, ziet dat er zes
verschillende boomsoorten te ontdekken
zijn, de boomhazelaar, moseik, zoete kers,
winterlinde, appel en peer. Deze soorten
zorgen voor meer leven in het bos; het zijn
soorten waar veel dieren plezier van heb-ben.
En er ontstaat weer een hoogstam-boomgaard,
iets waar we er steeds minder
van hebben.
Kapel van de wonderdadige
medaille
Er doemt een merkwaardig gebouw voor
ons op. Het betonnen gebouw met veel
glas blijkt een kapel en wel gewijd aan de
Onze-Lieve-Vrouwe van de wonderdadige
Medaille. Hiermee wordt de verschijning
van Maria aangeduid, zoals die in 1830 in
Parijs zou hebben plaatsgevonden. Als we
de trappen aflopen, komen we aan het
einde van deze mooie wandeling door een
onontdekt gebied. Toch eens vaker komen!
Bijvoorbeeld in het vroege voorjaar, want
groeien er in het parkbos rond het kasteel
veel stinzenplanten, een zeldzaamheid in
Limburg. Je vergaapt je dan aan de ontel-bare
sneeuwklokjes, krokussen en ster-hyacinten.
En zo heeft ieder seizoen iets
te bieden in het Kelmonderbos.
Mooie statige, uitbundig gekleurde beuken, waar
beleef je de herfst beter dan in het bos? Deze herfst
ging Wandelboswachter Ellen op zoek naar onge-baande
paden in Zuid-Limburg en kwam uit bij het
relatief onbekende Kelmonderbos. Een parel onder de
rook van Maastricht-Aachen Airport. Ellen doorkruiste
het gebied via de rode paaltjesroute (8,1 km).
Benieuwd naar
de route? Scan
de QR-code! ⟶
door Ellen Luijks