In ‘Last van het verleden. De Sphinx en Maastricht’ schetst historicus en journalist Caspar Cillekens de vaak moeizame verhouding tussen de onderneming, tot 1974 het familiebedrijf van de Regouts, en de Maastrichtse samenleving.

Geen bedrijf heeft zozeer zijn stempel gedrukt op de Maastrichtse samenleving als De Sphinx, de eerste industriële onderneming van Nederland. Geen bedrijf heeft ook zoveel ressentiment in Maastricht opgeroepen als De Sphinx. Een arbeider verwoordde het als volgt: ‘Ik verzuip mijn kinderen nog liever dan dat ze bij De Sphinx gaan werken.’

Bovenop het slechte imago, dat het bedrijf al had vanwege de kinderarbeid in de 19e eeuw, kwamen de ervaringen van de pottemennekes uit de crisisjaren dertig. De Sphinx ontsloeg honderden arbeiders en verving oudere werknemers uit Maastricht door goedkopere jongeren uit de dorpen.

De animo bij Maastrichtenaren om bij het bedrijf te werken nam na de oorlog af. Uit onderzoek bleek dat een meerderheid van de bevolking De Sphinx als de slechtste onderneming van Maastricht beschouwde. Trouwe werknemers had De Sphinx ook. Met name onder opzichters kwam het voor dat soms vijf generaties van een familie bij De Sphinx werkten.

Het bedrijf moest in de jaren vijftig en zestig in toenemende mate arbeiders uit Belgisch-Limburg aantrekken. De Sphinx probeerde met een moderner sociaal beleid de band met de Maastrichtse arbeidersbevolking te herstellen.

Na een periode van bloei in de jaren tachtig zette in de loop van de jaren ’90 een neergang in. In 2009 ging de fabriek dicht.